De ontmoeting
met Christus tijdens het bestaan van de Kerk
10. De Kerk is de plaats waar de
mensen in de ontmoeting met Jezus de liefde kunnen ontdekken van de Vader, want
wie Jezus heeft gezien heeft de Vader gezien (vgl. Joh 14,9). Na zijn
Hemelvaart blijft Jezus handelen door de kracht van de heilige Geest, de Helper
(vgl. Joh 16,7) die de gelovigen omvormt door hun het nieuwe leven te schenken.
Zo worden zij in staat gesteld om lief te hebben met Gods eigen liefde die
"in ons hart is uitgestort door de heilige Geest die ons werd geschonken"
(Rom 5,5). Gods genade stelt daarnaast de christenen in staat om te werken aan
de omvorming van de wereld met als oogmerk er een beschaving te vestigen die op
zo juiste wijze door mijn voorganger Paulus VI werd aangeduid als "de
beschaving van de liefde".15
Immers, "door met uitzondering
van de zonde onze menselijke natuur aan te nemen (vgl. Heb 4,15) maakt het
Woord van God zichtbaar hoe de Vader aan de mens wil openbaren op welke wijze
deze zijn of haar roeping ten volle kan verwerkelijken. … Zo verzoent Jezus de
mens niet alleen met God maar ook met zichzelf en openbaart Hij hem zijn ware
aard." 16 Met deze woorden hebben de Synodevaders, uitgaande van
het Tweede Vaticaans Concilie, opnieuw onder woorden gebracht dat Jezus de weg
is tot volledige zelfverwezenlijking die bestaat in de uiteindelijke en
eeuwigdurende ontmoeting met God. "Ik ben de weg, en de waarheid en het
leven. Alleen door Mij heeft men toegang tot de Vader" (Joh 14,6). God
heeft ons "tevoren bestemd om gelijkvormig te zijn aan het beeld van zijn
Zoon, opdat deze de eerstgeborene zou zijn onder vele broeders" (Rom
8,29). Jezus Christus is het uiteindelijke antwoord op de vraag naar de
betekenis van het leven en op de wezenlijke vragen waarmee zoveel mannen en vrouwen
in het Amerikaans continent worstelen.
|