De sociale dimensie van de bekering
27. Toch is de bekering niet
volledig als we ons niet bewust zijn van wat het leven als christen van ons
vraagt en als wij er niet naar streven om daaraan te beantwoorden. Aangaande
dit punt merkten de Synodevaders op dat "helaas, op het persoonlijk en op
het gemeenschappelijk vlak er grote tekortkomingen zijn zowel met betrekking tot
een diepergaande bekering als op het punt van de relaties tussen sectoren,
instellingen en groeperingen binnen de Kerk".70 "Als [iemand]
zijn broeder, die hij ziet, niet liefheeft, kan hij God niet liefhebben, die
hij nooit heeft gezien" (1Joh 4,20).
Naastenliefde vraagt aandacht voor
alle noden van onze medemens. "Hoe kan de goddelijke liefde blijven in een
mens die geld genoeg heeft, en toch zijn hart sluit voor de nood van zijn
broeder?" (1 Joh 3,17). Vandaar dat zich bekeren tot het evangelie voor
het christenvolk van Amerika betekent, het "herzien van alle gebieden en
aspecten van zijn leven, met name alles wat betrekking heeft op de sociale orde
en het bevorderen van het algemeen welzijn".71 Met name zal men
"de samenleving een steeds dieper besef moeten bijbrengen voor de grote
waardigheid van iedere mens, en bijgevolg de gemeenschap ervan moeten
doordringen dat ze verplicht is aan het politieke leven deel te nemen in
overeenstemming met het evangelie".72 Het is immers duidelijk dat
politiek bezig zijn ook behoort tot de roeping en het handelen van de
lekengelovigen. 73
Wat dit betreft is het echter van
het grootste belang, vooral in een pluralistische samenleving, een juiste kijk
te hebben op de relatie tussen de politieke gemeenschap en de Kerk, en een
duidelijk onderscheid te maken tussen de acties die de gelovigen individueel of
in groepsverband uit eigen naam verrichten, als burgers die zich laten leiden
door hun christelijk geweten, en de acties die zij verrichten in naam van de
Kerk in verbondenheid met hun geestelijke herders. Gezien haar opdracht en
gezag mag de Kerk in geen enkel opzicht verward worden met de politieke
gemeenschap, noch heeft ze banden met enig politiek systeem; ze is tegelijk
teken en waarborg voor het transcendente karakter van de menselijke persoon.
74
|