Voortgaande
bekering
28. In ons leven is bekering een
doel dat we nooit geheel bereiken: op de weg die de leerling in navolging van
Jezus moet doorlopen is ze een levenslange opdracht. Daar komt bij dat tijdens
ons aards bestaan de wil om ons te bekeren steeds weer opnieuw door bekoringen
verzwakt wordt. Aangezien "niemand twee heren kan dienen" (Mt 6,24)
bestaat de mentaliteitsverandering (metanoia) in het streven zich de
evangelische waarden eigen te maken die ingaan tegen de heersende tendensen in
de wereld. Voortdurend moet dus de "ontmoeting met de levende Jezus
Christus" worden hernieuwd; immers, zoals de Synodevaders duidelijk hebben
gemaakt, "leidt dit ons tot voortgaande bekering".75
De algemene oproep tot bekering
krijgt een eigen inkleuring voor de Kerk in Amerika, die van haar kant ook met
de vernieuwing van haar geloof bezig is. De Synodevaders hebben deze concrete
en veeleisende opdracht aldus geformuleerd: "Deze bekering vraagt met name
van ons, bisschoppen, zich waarachtig de persoonlijke levensstijl eigen te
maken van Jezus Christus, die ons brengt tot eenvoud, armoede, menselijke
nabijheid, afzien van bevoorrechting, opdat wij, zoals Hij, niet op menselijke
middelen ons vertrouwen bouwen, maar aan de kracht van de Geest en het Woord
heel de werkzaamheid van het evangelie ontlenen, waarbij we vóór
alles open blijven staan voor hen die het verst af staan en buitengesloten
zijn." 76 Om herders te zijn naar het hart van God (vgl. Jr 3,15)
is het noodzakelijk een levenswijze aan te nemen die ons gelijk maakt aan Hem
die van zichzelf zegt: "Ik ben de goede herder" (Joh 10,11), een
levenswijze waarover Paulus schrijft: "Wees mijn navolgers, zoals ik het
ben van Christus" (1Kor 11,1).
|