bold = Main text
   Chapter,  Paragraph                               grey = Comment text

 1  1,1    |                 aan de toewijding en de zending van Christus, waaraan de
 2  1,3    |               die verzoeken zich aan de zending ad gentes te wijden, onder
 3  1,8(12)|                 waarde van de pastorale zending van de bisschop en de priester
 4  1,8(12)|                voeden om reden van haar zending en haar goddelijke instelling" (
 5  1,8    | wijdingssacrament en door de kerkelijke zending. De omvang van gehoorzaamheid
 6  1,9    |                 bisschop en door ook de zending van de lekengelovigen in
 7  1,11   |             sacramentele wijding en hun zending. 19 Zoals aan andere clerici
 8  1,11   |              zij hulp en steun voor hun zending ten dienste van de particuliere
 9  1,12   |    lekengelovigen wegens hun bijzondere zending "er heel bijzonder toe geroepen
10  2,23   |               en heiligheid. 51 Om deze zending te vervullen zijn diakens
11  2,27   |                  zowel omdat zij uit de zending van de Zoon en uit de zending
12  2,27   |           zending van de Zoon en uit de zending van de heilige Geest overeenkomstig
13  2,27   |                 het dagelijks leven. De zending omvat getuigenis van Christus
14  2,37   |               de eenheid van wijding en zending vereist112, is dus liefdesdienst
15  2,37   |           deelnemen aan het leven en de zending van de kerk.~
16  2,38   |        partijdigheid kunnen staan om de zending van de kerk niet te beroven
17  2,39   |                            De canonieke zending van permanent diakens~39.
18  2,40   |                in staat te stellen haar zending van naastenliefde te beoefenen.
19  2,41   |                de diaken met kerkelijke zending uitoefent wanneer het gaat
20  3,44   |                 met betrekking tot zijn zending: "De Mensenzoon is niet
21  3,44   |         priesters in de 'ambten' van de zending van Christus. En wat hij
22  3,46   |                 aan de toewijding en de zending van Hem die tot dienstknecht
23  3,50   |   aanhankelijkheid aan de persoon en de zending van Christus de Dienstknecht.~
24  3,52   |          gegrondvest in zijn wijding en zending ook met betrekking tot het
25  3,61   |   verantwoordelijk deel te nemen aan de zending van de kerk in de omstandigheden
26  3,61   |          afgestemd 'in de dienst van de zending van de kerk'. De diakens,
27  4,64   |              roeping tot een bijzondere zending van kerkelijke dienstbaarheid
28  4,69   |              zijn bijzondere kerkelijke zending nuttig te verwerkelijken
29  4,73   |               en de priesters, de eigen zending van de lekengelovigen in