Chapter, Paragraph
1 2,24| bevoegdheid ontspringt aan het sacrament en moet worden uitgeoefend
2 2,31| de voorbereiding op dit sacrament.~
3 2,32| uitstelling van het Allerheiligst Sacrament en van de eucharistische
4 2,33| vruchtbare viering van het sacrament en de hulp die aan de gehuwden
5 2,34| dat de toediening van het sacrament van de ziekenzalving voorbehouden
6 2,34| afhankelijkheid van dit sacrament van de zondevergeving en
7 2,34| op het ontvangen van het sacrament van de zalving, de aanvulling
8 2,37| Inzoverre deze deelname door het sacrament wordt bewerkstelligd zorgt
9 3,44| heilig geworden" zijn144.~Het sacrament van de wijding verleent
10 3,44| willen van degene die het sacrament ontvangt, kenmerkt, de '
11 3,45| heilig heeft gemaakt door het sacrament van het doopsel en van de
12 3,49| de geschiedenis.~Door het sacrament van de wijding is de diaken
13 3,49| aan dat van Christus. Het sacrament van het diaconaat ontwikkelt
14 3,54| ijver de Heer die in het sacrament aanwezig is aanbidden, 173
15 3,54| regelmatige frequentie tot het sacrament van de verzoening naderen, 175
16 3,61| 61. Ook het sacrament van het huwelijk, die de
17 4,65| zeggen op heel zijn door het sacrament gewijde en in dienst van
18 4,66| trouw de genade van het sacrament in hun leven vorm te geven.
|