Chapter,  Paragraph

 1  2,25|      voorgaan in een liturgische viering of wanneer zij volgens de
 2  2,28|  voorbereiding om waardig aan de viering van de sacramenten en sacramentalien
 3  2,29|     houden dat "elke liturgische viering, als werk van Christus,
 4  2,30|     priesters bij te staan in de viering van de heilige mysterien".79
 5  2,30|         aan hen na afloop van de viering.~
 6  2,32|       name assisteert hij bij de viering van de heilige mis een blinde
 7  2,32|        deze tijdens of buiten de viering uit en brengt haar ook in
 8  2,33|        trouwparen, de vruchtbare viering van het sacrament en de
 9  2,35|        kerk is105 ook wanneer de viering individueel is.~
10  2,41|  priester beschikbaar is voor de viering van de eucharistie, verzamelt
11  3,53|   ronddeelt of assisteert bij de viering van de andere sacramenten
12  3,54|      deelnemen aan de dagelijkse viering van het eucharistisch offer, 172
13  3,56| gebedswijzen te laten vormen: de viering van de getijden op de door
14  3,57|    evangelieverkondiging en door viering van de eucharistie in de