Chapter,  Paragraph

 1  1,1 |        diaconaat ontspringt aan de toewijding en de zending van Christus,
 2  1,2 |     inzoverre daarin de ambtelijke toewijding van de diaken aan de kerk
 3  1,21|        geroepen om met edelmoedige toewijding en altijd vernieuwde volharding
 4  2,29|          geheimen met een zodanige toewijding in acht nemen dat zij daardoor
 5  3,44|         aan de diakens "een nieuwe toewijding aan God", waardoor zij "
 6  3,45|         fundament in de bijzondere toewijding die hij heeft ontvangen. 149
 7  3,46|         bijzondere deelname aan de toewijding en de zending van Hem die
 8  3,55| gemeenschap. Hij moet derhalve met toewijding de saamhorigheid, de samenwerking
 9  3,57|         tot opbouw van de kerk met toewijding aan zijn ambtelijke verplichtingen,
10  3,57|            van ware en kinderlijke toewijding. 181~Iedere diaken zal met
11  3,60|          zich als teken van totale toewijding aan Christus met een ongedeeld
12  3,60|       ongedeeld hart en meer vrije toewijding aan de dienst van God en
13  3,62|         weduwnaarschap mag niet de toewijding aan de kinderen die er zijn
14  3,62|         intensivering van de eigen toewijding aan anderen in het dienstwerk,