Chapter,  Paragraph

 1  1,11|            heilig dienstambt tot een beroep of vak reduceren vergelijkbaar
 2  1,12|           permanent diakens niet een beroep te aanvaarden en uit te
 3  1,12|        permanent diakens een profaan beroep mogen uitoefenen, is niet
 4  1,12|              dat een verandering van beroep na de diakenwijding met
 5  1,15|           Diakens die in een profaan beroep werkzaam zijn moeten met
 6  1,16|             grond van een burgerlijk beroep dat zij uitoefenen of uitgeoefend
 7  1,19|        ontvangen voor hun burgerlijk beroep dat zij beoefenen of hebben
 8  2,27|        uitoefenen van een burgerlijk beroep.~ ~
 9  3,50| gezinsverplichtingen of die van zijn beroep zo regelen dat hij groeit
10  3,61|          nastreven van succes in het beroep en het onvermogen tot het
11  3,61|             leven van het gezin, het beroep en de kerk worden verwerkelijkt.
12  4,66|              eigen eventuele civiele beroep en de diaconale spiritualiteit