bold = Main text
Chapter, Paragraph grey = Comment text
1 1,4 | onderworpen blijft aan zijn eigen oversten overeenkomstig
2 1,5 | het priesterschap komt de eigen diocesane bisschop toe,
3 1,6 | de gehoorzaamheid rond de eigen bisschop, de ijver van het
4 1,6 | om de uitoefening van het eigen dienstambt te evalueren,
5 1,8 | naar Wiens voorbeeld de eigen gehoorzaamheid wordt gekenmerkt
6 1,8(12) | zich, vervolgens, op de eigen christelijke gemeenschap
7 1,11 | 11. De kerk erkent in de eigen canonieke regelgeving het
8 1,11 | van elke diaken met zijn eigen bisschop.~Zulke verenigingen
9 1,12 | advies in te winnen bij de eigen bisschop vooral in de ingewikkeldere
10 1,12 | pastorale verantwoordelijkheden eigen aan zijn ambt. Het bevoegde
11 1,14 | verlof moeten krijgen van de eigen ordinarius of de hogere
12 1,15 | deze werkzaamheden in hun eigen levensonderhoud voorzien. 34~
13 1,15 | en op andere wijze in het eigen onderhoud zou kunnen voorzien.~
14 1,16(36) | zelf kunnen voorzien in hun eigen levensbehoeften alsmede
15 1,16 | ontvangen waarmee zij in hun eigen onderhoud en in dat van
16 1,18 | zijn te voorzien in het eigen levensonderhoud en dat van
17 1,19 | vergoeding te voorzien in de eigen behoeften en die van hun
18 1,19 | behoeften en die van hun eigen gezinnen. 43~
19 2,23 | bediening50 niet van de eigen wijsheid naar van het woord
20 2,24 | 24. Het is eigen aan de diaken het evangelie
21 2,25 | uitdrukking aan te geven in het eigen leven, dat van het gezin,
22 2,28 | vertegenwoordigt en het op eigen wijze helpt het aanbieden
23 2,28 | helpt het aanbieden van het eigen leven met het offer van
24 2,29 | handelingen die eenieder op eigen wijze kan vieren maar behoren
25 2,29 | liturgische voorschriften die eigen zijn aan de heilige geheimen
26 2,30 | zonder ook maar iets op eigen initiatief toe te voegen,
27 2,30 | wijzigen. 81 De liturgie in eigen hand nemen staat gelijk
28 2,30 | cingel en de stool, "is het eigen gewaad van de diaken".84~
29 2,32 | en consacreert. 91~Het is eigen aan de diaken de boeken
30 2,34 | van het Viaticum met de eigen ritus zijn middelen waarmee
31 2,35 | prive-handeling maar altijd een eigen handeling van heel de kerk
32 2,40 | naargelang hun mogelijkheden de eigen bediening ten volle kunnen
33 2,40 | de kerk engageren.~Om het eigen welzijn van de diaken en
34 2,41 | verschillende vormen zijn eigen werkveld.~De bisschop kan
35 2,42 | vermijden opdat hij het eigen dienstwerk niet van zijn
36 2,42 | diaken typerende en hem eigen dienst te vervullen.~ ~ ~
37 3,45(148)| moeten overeenkomstig de eigen plaats hun krachten aanwenden
38 3,45 | evangelische oorsprong volgens hun eigen levensstaat. De diaken is
39 3,45 | ook dienaren Gods in hun eigen zusters en broeders. 153~ ~
40 3,48 | blijft elke diaken in zijn eigen dienstambt terugverwezen
41 3,48 | de heilige Vader, met de eigen bisschop en met de priesters
42 3,50 | geen vrucht kan dragen uit eigen kracht, maar alleen als
43 3,51 | theologale deugden, doet de eigen wil tot zich schenken en
44 3,52 | authenticiteit van zijn eigen onderricht verzekerd is
45 3,52 | verzekerd is evenals de eigen effectieve en heldere gemeenschap
46 3,52 | met de bisschoppen en de eigen bisschop, niet alleen betreffende
47 3,54 | zij naar mogelijkheid hun eigen liturgische 'taak' uitoefenen,
48 3,54 | gemaakt.~Bewust van hun eigen zwakheid en vertrouwend
49 3,57 | hierarchische gemeenschap met de eigen bisschop en het presbyterium.
50 3,60 | niet buitensporig op hun eigen krachten vertrouwen, maar
51 3,61 | het publieke ambt van de eigen echtgenoot in de kerk." 189
52 3,61 | geholpen worden opdat zij haar eigen rol met vreugde en discreetheid
53 3,62 | in dienstbaarheid aan de eigen kinderen en aan alle leden
54 3,62 | door intensivering van de eigen toewijding aan anderen in
55 4,63 | de pastorale liefde die eigen is aan elke gestalte van
56 4,64 | trouwe vervulling van zijn eigen taken en zijn eigen functies.
57 4,64 | zijn eigen taken en zijn eigen functies. Gekozen door God
58 4,64 | groeien in het besef van zijn eigen dienstambtelijke identiteit.~ ~
59 4,66 | voorafgaand, elke breuk tussen het eigen eventuele civiele beroep
60 4,66 | diaken, omdat eenieder zijn eigen ambt in de kerk als een
61 4,66 | unieke persoon en in geheel eigen omstandigheden gestalte
62 4,69 | bij het verbeteren van de eigen menselijke kwaliteiten -
63 4,70 | verantwoordelijke wijze het eigen geestelijk leven te cultiveren
64 4,70 | God realiseren en een zich eigen maken van heel het geopenbaarde
65 4,70 | te zetten dat hij met de eigen geestelijk leidsman regelmatig
66 4,70 | evenwichtige synthese van het eigen leven te komen. In deze
67 4,71 | met de priesters, met de eigen bisschop en met de paus
68 4,73 | de werkzaamheid van zijn eigen ambtsbediening te vervolmaken
69 4,73 | bisschop en de priesters, de eigen zending van de lekengelovigen
70 4,73 | gemeenschap met de paus en met de eigen bisschop.~Zo vraagt het
71 4,75 | vorming van de diakens is hun eigen ambtsbediening. Via de uitoefening
72 4,75 | waarbij hij meer en meer de eigen persoonlijke roeping tot
73 4,75 | op het vervullen van de eigen sociale en kerkelijke plichten,
74 4,76 | waarbinnen de diaken zijn eigen ambt uitoefent en dat de
75 4,77 | van geloof en liefde. De eigen christelijke gemeenschap
76 4,80 | organen te onderhouden.~Eigen door de bisschop uitgevaardigde
|