48.
Met deze fundamentele relatie is onafscheidelijk verbonden de kerk,
155 die Christus bemint, zuivert, voedt en verzorgt (vgl. Ef 5,25-29).
De diaken zou zijn gelijkvormigheid aan Christus niet trouw kunnen beleven
zonder deel te hebben aan zijn liefde voor de kerk, "waaraan hij wel een
diepe aanhankelijkheid moet koesteren omdat zij door God gezonden en ingesteld
is".156
De wijdingsrite maakt de band die tussen de bisschop en de
diaken wordt ingesteld duidelijk: alleen de bisschop legt de handen op aan de
uitverkorene terwijl hij over hem de uitgieting van de heilige Geest afsmeekt.
Daarom blijft elke diaken in zijn eigen dienstambt terugverwezen aan de
hierarchische gemeenschap met de bisschop. 157
De diakenwijding maakt bovendien een ander kerkelijk aspect
duidelijk: ze deelt een deelhebben mee als bedienaar aan de diaconie van
Christus waarmee het Godsvolk, geleid door de opvolger van Petrus en door de
andere bisschoppen in gemeenschap met hem, en in samenwerking met de priesters,
het werk van de verlossing van de mensen blijft dienen. Daarom is de diaken
geroepen om zijn geest en zijn dienstwerk te voeden met een brandende en
toegewijde liefde voor de kerk en met een oprechte wil tot gemeenschap met de
heilige Vader, met de eigen bisschop en met de priesters van het bisdom.
|