Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Congregatie voor de Clerus
Directorium voor permanent diakens

IntraText CT - Text

  • 3. Spiritualiteit van de diaken
    • 52
Previous - Next

Click here to show the links to concordance

52. De diaken moet steeds de vermaning van de wijdingsliturgie goed voor ogen houden: "Ontvang het evangelie van Christus. Gij moet het verkondigen door het voor te lezen, door uw geloof en uw onderricht en door zelf te doen wat gij de mensen voorhoudt." 163

Om waardig en effectief het woord van God te verkondigen moet de diaken "door geregelde vrome lezing en zorgvuldige studie met de Schrift vergroeid raken. Niemand van hen zij, terwijl hij in de overvloedige rijkdommen van het goddelijk woord aan de hem toevertrouwde gelovigen moet meedelen, vooral in de heilige liturgie, 'een holle uiterlijke prediker van het woord van God waarnaar hij innerlijk niet luistert'164." 165

Hij zal zich bovendien in dit woord moeten verdiepen onder leiding van degenen die in de kerk authentieke meesters van de goddelijke en katholieke waarheid166 zijn om de verlossende roep en macht ervan gewaar te worden (vgl. Rom 1,16). Zijn heiligheid is gegrondvest in zijn wijding en zending ook met betrekking tot het woord: hij zal zich ervan bewust worden dat hij daarvan dienaar is. Als lid van de hierarchie hebben zijn handelingen en uitspraken gevolgen voor de kerk; daarom is het van wezenlijk belang voor zijn pastorale liefdesdienst dat de authenticiteit van zijn eigen onderricht verzekerd is evenals de eigen effectieve en heldere gemeenschap met de paus, met de bisschoppen en de eigen bisschop, niet alleen betreffende de geloofsbelijdenis maar ook aangaande de leer van het gewone leergezag, aangaande de discipline in de geest van de geloofsbelijdenis voorafgaande aan de wijding, en van de eed van trouw. 167 Want "zo groot is de macht en kracht van het woord van God, dat het voor de kerk het steunpunt en de levenskracht is en voor de kinderen van de kerk de kern van hun geloof, de spijs voor hun ziel en de zuivere en bestendige bron van hun geestelijk leven".168 Hoe meer men daarom tot het woord van God nadert, des te sterker zal men het verlangen voelen het aan de broeders en zusters mee te delen. In de Schrift is het God die tot de mens spreekt; 169 in de prediking begunstigt de gewijde bedienaar deze heilsontmoeting. Vandaar dat hij zich er met uiterste zorg op zal toeleggen het woord onvermoeibaar te prediken, opdat de gelovigen er niet van verstoken blijven door onwetendheid of luiheid van de bedienaar en hij zal er innerlijk van overtuigd zijn dat de uitoefening van de dienst van het woord niet ophoudt bij de prediking alleen.




163. Pontificale Romanum, 210.



164. H. Augustinus, Sermones, 179, 1, in: pl 38, 966.



165. Dei verbum, 25; vgl. Sacrum diaconatus ordinem, VI, 26, 1; cic, can. 276, 2,2.



166. Vgl. Lumen gentium, 25.



167. Vgl. cic, can. 833; Congregatie voor de Geloofsleer, Professio fidei et iusiurandum fidelitatis in suscipiendo officio nomine Ecclesiae exercendo, in: aas 81 (1989), 104-106 en 1169.



168. Dei verbum, 21.



169. Vgl. Sacrosanctum Concilium, 7.






Previous - Next

Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License