Chapter, Verse
1 2, 2 | moeder, die hen gebaard heeft, zegt tot hen: Gaat heen
2 2, 37| tot het hemels koninkrijk heeft geroepen.~
3 3, 7 | lief te hebben, maar hij heeft die overtreden; en gij hebt
4 3, 21| hebbende een boos hart, heeft het gebod overtreden, en
5 3, 29| getal is, (want mijn ziel heeft vele overtreders dit dertigste
6 3, 32| Israël? of wat geslacht heeft uw verbonden geloofd, gelijk
7 3, 35| niet gezondigd? of wat volk heeft uw geboden zo gehouden?~
8 4, 17| het zand stond vast, en heeft die verhinderd.~
9 4, 30| beginne; hoeveel goddeloosheid heeft het voort gebracht tot nu
10 4, 31| kwaden zaads voortgebracht heeft.~
11 4, 36| zal vervuld zijn; want hij heeft de wereld gewogen in een
12 4, 37| 37 En hij heeft de tijden met een maat gemeten,
13 4, 37| met een maat gemeten, en heeft de tijden met een getal
14 4, 40| haar negen maanden vervuld heeft, of haar baarmoeder de vrucht
15 5, 33| dan degene die het gemaakt heeft?~
16 5, 38| mensen zijn woning niet heeft.~
17 6, 32| allerhoogste; want de Sterke heeft uw gezindheid gezien, en
18 6, 33| 33 En daarom heeft hij mij gezonden, om dit
19 7, 11| mijn inzettingen overtreden heeft, zo is dat geoordeeld, hetgeen
20 7, 21| 21 Want God heeft ernstig geboden degenen
21 7, 36| 36 En ik zeide: Abraham heeft eerst voor de Sodomieten
22 7, 45| tenonderbrengen, die overwonnen heeft.~
23 7, 60| mij, die tot hen gezegd heeft,~
24 8, 1 | tot mij: De Allerhoogste heeft deze wereld gemaakt voor
25 8, 35| zijn, die niet goddeloos heeft gehandeld, en van degenen
26 8, 35| belijden, die niet misdaan heeft.~
27 8, 59| toebereid zijn. Want hij heeft niet gewild, dat de mens
28 8, 60| desgenen die hen gemaakt heeft, en zijn ondankbaar geweest
29 9, 4 | Allerhoogste hiervan gesproken heeft, van de dagen aan, die voor
30 9, 5 | wereld gemaakt is een begin heeft, zo heeft het ook een einde,
31 9, 5 | gemaakt is een begin heeft, zo heeft het ook een einde, en dat
32 9, 34| aarde het zaad ontvangen heeft, of de zee een schip, of
33 9, 36| ons hart dat ze ontvangen heeft,~
34 9, 45| uw dienst maagd verhoord heeft, en hij heeft mijn vernedering
35 9, 45| maagd verhoord heeft, en hij heeft mijn vernedering gezien,
36 9, 45| vernedering gezien, en hij heeft mijn angst aangemerkt, en
37 9, 45| angst aangemerkt, en hij heeft mij een zoon gegeven, en
38 10, 11| groot een menigte verloren heeft, daar gij maar over één
39 10, 14| van den beginne gebouwd heeft.~
40 10, 28| mij gekomen is? Want hij heeft gemaakt, dat ik door vele
41 10, 38| vreest, want de Allerhoogste heeft u vele verborgenheden geopenbaard.~
42 10, 39| 39 Hij heeft gezien dat uw weg recht
43 10, 42| vrouw niet meer; maar het heeft u geschenen, dat een stad
44 10, 43| zoons een verhaal gedaan heeft, is dit de verklaring:~
45 10, 44| gij ook, als zij u gezegd heeft, nu zult zien als een gebouwde
46 10, 45| 45 En dat zij u gezegd heeft, dat zij dertig jaren onvruchtbaar
47 10, 46| na dertig jaren de stad heeft gebouwd en offeranden heeft
48 10, 46| heeft gebouwd en offeranden heeft geofferd, toen is het geschied
49 10, 46| onvruchtbare een zoon gebaard heeft.~
50 10, 47| 47 En dat zij u gezegd heeft, dat zij met hem arbeid
51 10, 47| dat zij met hem arbeid heeft opgebracht, dit was de woning
52 10, 48| 48 En dat zij u gezegd heeft, dat haar zoon komende in
53 10, 50| bekommerd zijt over haar, zo heeft hij u de klaarheid van haar
54 11, 13| opgestaan en heerste, en zij heeft het lange tijd gehouden.~
55 11, 18| 18 En de derde heeft zich verheven, en heeft
56 11, 18| heeft zich verheven, en heeft de heerschappij gehouden
57 11, 26| ik zag, en ziet, de ene heeft zich opgericht, maar zij
58 11, 40| plaats komende, al de dieren heeft overwonnen, die voorbij
59 11, 40| zijn heerschappij de wereld heeft ingehouden met grote vrees,
60 11, 40| aardbodem met zoveel bedrog heeft bewoond?~
61 11, 44| 44 En de Allerhoogste heeft de hovaardige tijden aangezien,
62 11, 46| desgenen die haar gemaakt heeft.~ ~
63 12, 17| aangaat de stem die gesproken heeft, en die gij gehoord hebt,
64 12, 30| de Allerhoogste behouden heeft tot op het einde, dit is
65 12, 32| tot het einde toe behouden heeft, tegen hen en hun goddeloosheid,
66 12, 47| gedenkt uwer, en de Almachtige heeft uwer niet vergeten in de
67 13, 39| menigte tot zich vergaderd heeft;~
68 13, 40| Assyriërs gevankelijk weggevoerd heeft, en heeft hen over de rivier
69 13, 40| gevankelijk weggevoerd heeft, en heeft hen over de rivier gevoerd,
70 14, 10| 10 Want de wereld heeft haar jeugd verloren, en
71 14, 32| rechtvaardig rechter is, zo heeft hij van ulieden indertijd
72 15, 6 | ongerechtigheid de overhand genomen heeft over de ganse aarde, en
73 15, 23| uitgegaan van zijn toorn en heeft verteerd de fundamenten
74 15, 26| tegen hem zondigen, daarom heeft hij hen overgegeven ter
75 16, 54| zegge niet, dat hij niet heeft gezondigd, want vurige kolen
76 16, 56| 56 Want hij heeft gezegd: De aarde worde,
77 16, 59| 59 Die de zee besloten heeft in het midden der wateren,
78 16, 59| wateren, en de aarde gehangen heeft op de wateren door zijn
79 16, 60| uitspant als een gewelf; bij heeft die over de wateren bevestigd.~
80 16, 61| woestijn waterfonteinen heeft gesteld, en op de spitsen
81 16, 62| 62 Die de mens gemaakt heeft, en zijn hart gesteld heeft
82 16, 62| heeft, en zijn hart gesteld heeft in het midden des lichaams,
83 16, 62| midden des lichaams, en heeft hem de geest, het leven
84 16, 63| die alle dingen gemaakt heeft, en doorgrondt alle verborgen
85 16, 65| God al uw werken ernstig heeft doorgrond, en zal u allen
|