Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
dertig 6
dertigste 2
derwijsheid 1
des 81
desgelijks 4
desgenen 3
deugdzame 1
Frequency    [«  »]
86 nu
85 heeft
83 deze
81 des
79 ook
77 haar
77 over

Het vierde boek Ezra

IntraText - Concordances

des

   Chapter, Verse
1 1, 4 | 4 En het woord des Heren geschiedde tot mij 2 1, 40| Maleachi, die ook de engel des Heren genaamd is.~ 3 2, 12| 12 De boom des levens zal hun zijn tot 4 2, 33| en versmaadden het bevel des Heren.~ 5 2, 35| bereid voor de beloning des koninkrijks, want een altijddurend 6 2, 38| getekend zijn tot de maaltijd des Heren.~ 7 2, 40| wit gekleden, die de wet des Heren vervuld hebben.~ 8 2, 41| is vol. Bid de majesteit des Heren, dat uw volk geheiligd 9 2, 47| kloekmoedig voor de naam des Heren gestaan hadden.~ 10 3, 5 | en gij hebt hem een geest des levens ingeblazen en hij 11 3, 22| is gebleven met het hart des volks, en met de boosheid 12 4, 2 | wereld, dat gij meent de weg des allerhoogsten te begrijpen.~ 13 4, 5 | en weeg mij het gewicht des vuurs, of meet me het geblaas 14 4, 7 | aderen zijn er in het begin des afgronds? of hoeveel aderen 15 4, 11| gij kunnen bevatten de weg des allerhoogsten; en zo de 16 4, 13| eens in een bos van bomen des velds, welke maakten een 17 4, 15| optrekken, en de bossen des velds beoorlogen, opdat 18 4, 21| wonen hetgeen op de hoogte des hemels is.~ 19 4, 30| 30 Want het graan des kwaden zaads is gezaaid 20 4, 31| goddeloosheid het graan des kwaden zaads voortgebracht 21 4, 35| en wanneer zal de vrucht des oogstes van onze beloning 22 5, 4 | bazuin zien, dat de zon des nachts haastig zal schijnen, 23 5, 7 | vissen uitwerpen, en zal des nachts een stem van zich 24 5, 16| dat Salathiël, de overste des volks, bij mij kwam en zeide 25 5, 22| ziel nam weder de geest des verstands, en begon weder 26 5, 24| 24 En uit al de landen des aardbodems hebt gij u een 27 5, 24| verkoren, en uit alle bloemen des aardbodems hebt gij u een 28 5, 34| zoekende te verstaan de weg des allerhoogsten, en te doorgronden 29 5, 53| anderen, die omtrent de tijd des ouderdoms geboren worden, 30 6, 2 | 2 En eer de stemmen des donders geluid gaven, en 31 6, 7 | en zeide: Wat scheiding des tijds zal er zijn? of wanneer 32 6, 7 | wanneer zal het einde zijn des vorigen, en het begin des 33 6, 7 | des vorigen, en het begin des volgenden?~ 34 6, 10| 10 De hand des mensen is tussen de verzenen 35 6, 13| en hoor de volkomen stem des geluids.~ 36 6, 20| worden voor het aangezicht des hemels, en alle tezamen 37 6, 39| want het geluid van de stem des mensen was nog door u niet 38 6, 52| hebt gij het zevende deel des waters gegeven, en hebt 39 7, 43| 43 Maar de dag des oordeels zal het einde zijn 40 7, 52| 52 En dat de eer des Allerhoogsten bewaard wordt, 41 7, 57| zeide: Dit is de bedenking des strijds, die de mens op 42 8, 18| heb de snelheid gehoord des Rechters, die komende is.~ 43 8, 39| behoudenis, en aan het ontvangen des loons.~ 44 8, 43| 43 Gelijk het zaad des landmans verloren gaat indien 45 8, 43| indien het door de veelheid des regens verderft,~ 46 8, 44| geschapen, en die gij het zaad des landmans gelijk gemaakt 47 8, 52| paradijs geopend, de boom des levens geplant, de toekomende 48 8, 53| 53 De wortel des kwaads is ver van ulieden 49 9, 6 | Zo hebben ook de tijden des Allerhoogsten openbare beginselen 50 9, 24| alleen eten van de bloemen des velds, en zult geen vlees 51 9, 26| en ik at van het kruid des akkers, en ik werd van zijn 52 10, 3 | ik zou rusten, zo ben ik des nachts opgestaan, en weggevloden, 53 10, 54| verdragen worden, waar de stad des Allerhoogsten zou begonnen 54 11, 2 | gehele aarde, en al de winden des hemels woeien daarop, en 55 11, 23| meer over aan het lichaam des arends, dan twee hoofden, 56 12, 3 | voorschijn, en het gehele lichaam des arends werd brandende, en 57 12, 4 | daarmee dat gij de wegen des Allerhoogsten onderzoekt.~ 58 12, 21| Doch wanneer het midden des tijds zal naderen, zo zullen 59 12, 24| daarom zijn deze de hoofden des arends genoemd.~ 60 12, 28| 28 Want het zwaard des enen zal verslinden hem 61 12, 34| totdat het einde en de dag des oordeels komen zal, waarvan 62 12, 36| geacht, om deze verborgenheid des Allerhoogsten te weten.~ 63 12, 51| at alleen van de bloemen des akkers, en uit de kruiden 64 13, 1 | geschiedde na zeven dagen, dat ik des nachts een droom droomde:~ 65 13, 3 | gesterkt met de duizenden des hemels, en waar hij zijn 66 13, 5 | kon, van de vier winden des hemels, opdat zij die man 67 14, 25| hart ontsteken een licht des verstands, dat niet zal 68 14, 30| 30 En hebben de wet des levens ontvangen, die zij 69 14, 38| 38 En mij geschiedde des anderen daags, dat een stem 70 14, 43| 43 Des nachts nu aten zij, doch 71 14, 43| nachts nu aten zij, doch des daags sprak ik, en des nachts 72 14, 43| doch des daags sprak ik, en des nachts zweeg ik niet.~ 73 14, 47| Want in deze is de ader des verstands, en de fontein 74 15, 41| de beken door de menigte des waters vervuld zullen zijn.~ 75 16, 12| vissen, van het aanschijn des Heren, en van de heerlijkheid 76 16, 18| veel zuchtens; het begin des hongers, en veel stervens; 77 16, 18| bevreesd worden; het begin des ongevals, en zij zullen 78 16, 36| Maar gij dienstknechten des Heren hoort dit, en verstaat 79 16, 37| 37 Ziet dit is het woord des Heren, neemt dat aan, en 80 16, 62| gesteld heeft in het midden des lichaams, en heeft hem de 81 16, 63| 63 En de adem des almachtigen Gods is het,


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License