Chapter, Verse
1 1, 13| 13 Ik heb u door de zee geleid, en in den
2 1, 14| 14 Ik heb u licht gegeven door een vuurkolom, en heb grote
3 2, 1 | hetwelk ik bevelen gegeven heb door mijn knechten de profeten,
4 3, 19| En uw heerlijkheid ging door vier poorten, namelijk door
5 3, 19| door vier poorten, namelijk door het vuur, en de aardbeving,
6 3, 33| vrucht geeft. Want ik ben door de heidenen heen en weer
7 4, 24| 24 En waarom wij door de wereld zijn gegaan als
8 4, 47| u de verklaring daarvan door een gelijkenis voorstellen.~
9 5, 11| die rechtvaardig maakt, door u getogen? En het zal zeggen:
10 5, 27| hebt een wet gegeven, die door allen goed gekend is, aan
11 5, 30| volk haattet, zo moest het door uw handen getuchtigd worden.~
12 5, 47| niet, maar zij moet het door de tijd doen.~
13 5, 56| gevonden heb, zo toon uw knecht door wie gij uw schepsel bezoekt.~
14 6, 6 | dingen bedacht, en zij zijn door mij alleen en door geen
15 6, 6 | zijn door mij alleen en door geen ander gemaakt, en het
16 6, 6 | gemaakt, en het einde zal door mij zijn, en door geen ander.~
17 6, 6 | einde zal door mij zijn, en door geen ander.~
18 6, 32| Want uw stem is verhoord door de allerhoogste; want de
19 6, 39| stem des mensen was nog door u niet geschapen.~
20 6, 42| u zouden dienen, als zij door God bezaaid en gebouwd zouden
21 6, 48| gedierten voort, die God door één wenk bevolen had, opdat
22 7, 5 | beheersen; indien hij niet door het enge ging, hoe zou hij
23 7, 14| leven, niet pogen in te gaan door hetgeen hier eng en ijdel
24 7, 69| vergaf aan degenen, die door zijn woord zijn geheeld,
25 8, 12| 12 Gij brengt hem op door uw gerechtigheid, en onderricht
26 8, 12| in uw wet en tuchtigt hem door uw wijsheid.~
27 8, 14| voortgebracht, zo is het door uw bevel gemakkelijk te
28 8, 43| ontvangt, of indien het door de veelheid des regens verderft,~
29 8, 44| desgelijks verloren de mens, die door uw handen is geschapen,
30 9, 2 | bezoeken de wereld, die door hem gemaakt is.~
31 9, 7 | behouden zal worden, en die door zijn werken zal kunnen ontvlieden,
32 9, 7 | zal kunnen ontvlieden, en door het geloof waarmee gij geloofd
33 9, 19| was, verdorven geworden door een oogst, die niet ophoudt,
34 9, 19| oogst, die niet ophoudt, en door een wet die niet kan doorgrond
35 10, 28| hij heeft gemaakt, dat ik door vele gedachten tot deze
36 11, 40| overwonnen, die voorbij zijn, en door zijn heerschappij de wereld
37 12, 11| in een gezicht gezien is door uw broeder Daniël;~
38 12, 28| zal hij ook ten laatste door het zwaard vallen.~
39 12, 31| en zijn ongerechtigheid, door al zijn redenen die gij
40 13, 20| geschieden zullen, dan dat men door de wereld ga als een wolk.
41 13, 26| vele tijden bewaart, die door zichzelf zijn schepsel zal
42 13, 38| verderven zonder arbeid, door de wet, die met vuur wordt
43 13, 43| zijn dan daarin getogen door de enge ingangen van de
44 13, 45| 45 Want door dat land was een weg van
45 13, 55| Gij hebt uw leven gericht door wijsheid, en hebt verstand
46 14, 16| wereld zal verzwakt worden door ouderdom, zoveel zal ook
47 14, 21| weet niemand de dingen die door u gedaan zijn, noch de werken
48 15, 19| hun huizen teniet te doen door het zwaard, en om hun goederen
49 15, 35| eigen sterren, en het bloed door het zwaard vergoten, zal
50 15, 41| de velden, en al de beken door de menigte des waters vervuld
51 15, 49| uw huizen verwoest worden door het geweld, en de dood,~
52 15, 51| geslagen en getuchtigd is door de vrouwen, zodat de machtigen,
53 15, 57| honger vergaan, en gij zult door het zwaard vallen, en uw
54 15, 57| uwen zullen in het veld door het zwaard vallen.~
55 15, 58| eten, en bloed drinken, door honger naar brood, en dorst
56 16, 13| zijn pijlen zijn scherp die door hem geschoten worden. Zij
57 16, 16| pijl niet wederkeert, die door een sterk schutter is geschoten,
58 16, 23| die op aarde wonen, zullen door hongersnood vergaan, en
59 16, 33| bewassen, omdat er geen mensen door hetzelve zullen gaan.~
60 16, 35| omkomen, en haar mannen zullen door honger verdwijnen.~
61 16, 39| tevoren, zo gaan de kindsweeën door haar lichaam, en als het
62 16, 57| 57 En door zijn woord zijn de sterren
63 16, 59| gehangen heeft op de wateren door zijn woord.~
64 16, 74| worden, gelijk goud dat door vuur beproefd wordt.~
65 16, 78| afgesloten wordt, en gelaten om door het vuur verbrand te worden.~ ~
|