Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
gelegen 3
geleid 4
geliefden 1
gelijk 63
gelijke 1
gelijken 1
gelijkenis 3
Frequency    [«  »]
65 door
65 ziet
64 hem
63 gelijk
63 uit
62 dit
61 toen

Het vierde boek Ezra

IntraText - Concordances

gelijk

   Chapter, Verse
1 1, 30| 30 Ik heb u zo verzameld, gelijk een hen haar kuikens onder 2 1, 33| woest, ik zal u verwerpen, gelijk de wind de stoppelen.~ 3 3, 10| 10 En gelijk over Adam de dood, zo is 4 3, 26| 26 En deden in alles gelijk Adam, en al zijn nakomelingen, 5 3, 32| heeft uw verbonden geloofd, gelijk Jakob?~ 6 4, 21| 21 Want gelijk de aarde gegeven is voor 7 4, 41| zielen aan de baarmoeder gelijk.~ 8 4, 42| 42 Want gelijk een die baart zich haast, 9 4, 50| tot mij: Denk bij u zelf, gelijk de regen meer aanwast dan 10 5, 13| gij weder bidt en weent gelijk als nu, en zo gij zeven 11 5, 20| dagen, huilende en wenende, gelijk mij de engel Uriël bevolen 12 5, 40| Toen zeide hij tot mij: Gelijk gij niet doen kunt een der 13 5, 42| een cirkel vergelijken; gelijk de laatste geen vertraging 14 5, 45| 45 Toen sprak ik: Gelijk gij tot uw knecht hebt gezegd, 15 5, 49| 49 Want gelijk een jong kind niet baart, 16 5, 52| gij gebaard hebt, nu niet gelijk degenen, die voor u zijn 17 7, 4 | gesteld, opdat zij de rivieren gelijk zou zijn.~ 18 7, 30| stilzwijgen, zeven dagen lang, gelijk in de voorgaande oordelen, 19 7, 61| zou zijn tot hun verderf, gelijk de blijdschap toekomende 20 8, 7 | een schepping uwer handen, gelijk gij gesproken hebt.~ 21 8, 8 | 8 En gelijk nu het lichaam in de baarmoeder 22 8, 23| bergen doet verdwijnen, gelijk de waarheid getuigt.~ 23 8, 40| 40 Gelijk ik dan gesproken heb, zo 24 8, 41| 41 Want gelijk de landman op de aarde veel 25 8, 43| 43 Gelijk het zaad des landmans verloren 26 8, 44| evenbeeld genoemd, omdat gij hem gelijk zijt, om wie gij alle dingen 27 8, 44| gij het zaad des landmans gelijk gemaakt hebt.~ 28 8, 49| Omdat gij u vernederd hebt, gelijk het u betaamt, en hebt u 29 8, 51| heerlijkheid van degenen, die u gelijk zijn.~ 30 8, 59| 59 Want gelijk ulieden zal wedervaren hetgeen 31 8, 62| en andere weinigen, die u gelijk zijn. En ik antwoordde, 32 9, 15| dan die behouden worden, gelijk de watergolf meerder is 33 9, 26| 26 En ik ben heengegaan, gelijk hij mij gezegd had, in het 34 10, 3 | ben in dit veld gekomen, gelijk gij ziet,~ 35 10, 12| is niet aan dat der aarde gelijk; want ik heb de vrucht mijns 36 10, 13| menigte keert weder in haar, gelijk zij daaruit gekomen is.~ 37 10, 14| 14 Zo zeg ik u, gelijk gij met smarten gebaard 38 10, 57| geroepen tot de Allerhoogste, gelijk er weinigen geroepen zijn.~ 39 10, 60| die nacht, en de volgende, gelijk hij mij gezegd had.~ ~ 40 11, 14| geschied toen zij heerste, gelijk als de voorgaande.~ 41 11, 33| haastig verdween, en dat ook gelijk de vleugelen.~ 42 12, 31| 31 Gelijk gij ook een leeuw gezien 43 12, 50| naar de stad vertrokken, gelijk ik hun gezegd had.~ 44 12, 51| zeven dagen in het veld, gelijk hij mij bevolen had, en 45 13, 4 | allen die daar hoorden, gelijk de aarde in stilte is, wanneer 46 13, 19| gevaar en veel nood gekomen, gelijk deze dromen uitwijzen.~ 47 13, 36| aan allen vertoond worden, gelijk gij gezien hebt, dat de 48 13, 52| 52 Gelijk gij de dingen niet kondt 49 14, 19| Want ziet, ik zal heengaan gelijk gij mij bevolen hebt, en 50 14, 27| 27 Toen ging ik heen, gelijk hij mij beval, en ik vergaderde 51 14, 37| de vijf mannen tot mij, gelijk hij mij bevolen had. en 52 15, 21| 21 Gelijk zij tot op de huidige dag 53 15, 29| komen met vele wagenen, en gelijk als een wind zal hun menigte 54 15, 47| overmits gij u haar hebt gelijk gemaakt, en hebt uw dochteren 55 15, 56| 56 Gelijk gij mijn uitverkorenen zult 56 16, 16| 16 Gelijk de pijl niet wederkeert, 57 16, 30| 30 Gelijk als in een olijfhof aan 58 16, 31| 31 Of gelijk aan een wijngaard, die afgeplukt 59 16, 39| 39 Gelijk een zwangere vrouw, die 60 16, 50| 50 Gelijk een vrome en zeer deugdzame 61 16, 52| 52 Daarom wil hun niet gelijk worden, noch hun werken.~ 62 16, 74| uitverkorenen openbaar worden, gelijk goud dat door vuur beproefd 63 16, 78| misdaden bedekt zijn; zij zijn gelijk een veld, dat omvangen wordt


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License