Chapter, Verse
1 2, 34| nabij, die aan het einde der wereld zal komen.~
2 2, 36| Vliedt de schaduw dezer wereld; neemt de vreugde uwer heerlijkheid;
3 2, 39| Die van de schaduw dezer wereld zijn overgegaan, die hebben
4 2, 47| Zoon Gods, die zij in de wereld hebben beleden. Toen begon
5 3, 9 | komen over degenen, die de wereld bewoonden, en gij verdierft
6 3, 18| en gij verschriktet de wereld.~
7 3, 34| dergenen daartegen die in de wereld wonen, zo zal uw naam niet
8 4, 2 | gaat veel te hoog in deze wereld, dat gij meent de weg des
9 4, 11| allerhoogsten; en zo de wereld van buiten verdorven is,
10 4, 24| 24 En waarom wij door de wereld zijn gegaan als sprinkhanen,
11 4, 26| verwonderen, want de tijd dezer wereld loopt zeer haastig heen,~
12 4, 36| zijn; want hij heeft de wereld gewogen in een balans,~
13 5, 44| niet voorkomen, noch de wereld op eenmaal dragen, die daarin
14 5, 49| heb ik ook de geschapen wereld geordineerd.~
15 6, 1 | had, en eer de einden der wereld vaststonden, en eer de winden
16 6, 20| 20 En als de wereld, die begint te vergaan zal
17 6, 25| zien, en het einde van uw wereld.~
18 6, 55| dewijl gij om onzentwil de wereld geschapen hebt.~
19 6, 59| 59 Is de wereld nu om onzentwil geschapen,
20 6, 59| dan niet een erve met de wereld? hoe lang zal dit zijn?~
21 7, 11| om hunnentwil heb ik de wereld gemaakt, en als Adam mijn
22 7, 12| 12 En de ingangen dezer wereld zijn eng geworden, en droevig,
23 7, 30| 30 En de wereld zal wederkeren tot het oude
24 7, 31| dagen geschieden, dat de wereld die nog niet ontwaakt is,
25 7, 62| ontfermt, die nog in de wereld niet zijn gekomen,~
26 7, 67| barmhartigheid niet bewees, zo zou de wereld niet levend worden gemaakt,
27 8, 1 | Allerhoogste heeft deze wereld gemaakt voor velen, maar
28 8, 2 | stand der tegenwoordige wereld.~
29 8, 41| zo ook alle, die in de wereld gezaaid zijn, worden niet
30 8, 50| ellende hun overkomen, die de wereld in de laatste tijden zullen
31 9, 2 | beginnen te bezoeken de wereld, die door hem gemaakt is.~
32 9, 3 | 3 En wanneer in de wereld aardbevingen zullen gezien
33 9, 5 | gelijkerwijs al hetgeen in de wereld gemaakt is een begin heeft,
34 9, 13| voor wie en om welke die wereld zal zijn, zullen zalig worden
35 9, 17| want het was de tijd der wereld.~
36 9, 18| degenen, die nu zijn, de wereld bereidde die nog niet was
37 9, 19| die geschapen zijn in deze wereld, nadat zij gemaakt was,
38 9, 20| 20 En ik heb de wereld aangemerkt, en ziet, daar
39 11, 39| heerschappij had gegeven in mijn wereld, opdat naar haar het einde
40 11, 40| door zijn heerschappij de wereld heeft ingehouden met grote
41 13, 20| zullen, dan dat men door de wereld ga als een wolk. En hij
42 14, 10| 10 Want de wereld heeft haar jeugd verloren,
43 14, 16| 16 Want zoveel als de wereld zal verzwakt worden door
44 14, 20| 20 Daarom ligt de wereld in duisternis, en die daarin
45 14, 22| wat van den beginne in de wereld geschied is, aangaande de
46 15, 14| 14 Wee de wereld, en hen, die daarin wonen.~
47 16, 40| op aarde te komen, en de wereld zal zuchten, en de smarten
|