Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
anderhalf 1
anders 1
angst 2
antwoordde 42
antwoorden 1
arabië 1
arbeid 10
Frequency    [«  »]
44 daar
43 allerhoogste
43 komen
42 antwoordde
40 dagen
40 nog
40 wat

Het vierde boek Ezra

IntraText - Concordances

antwoordde

   Chapter, Verse
1 2, 45| 45 Welke mij antwoordde en zeide: Deze zijn het, 2 2, 47| 47 En hij antwoordde mij en zeide: Het is de 3 4, 1 | 1 TOEN antwoordde mij de engel, die tot mij 4 4, 3 | zeide: Ja mijn Here. En hij antwoordde mij en sprak: Ik ben tot 5 4, 6 | 6 En ik antwoordde en zeide: Wie is er geboren 6 4, 13| 13 Toen antwoordde hij mij, en zeide: Ik ging 7 4, 19| 19 Toen antwoordde ik en zeide: Zij hebben 8 4, 20| 20 En hij antwoordde mij en zeide: Gij hebt wèl 9 4, 22| 22 Toen antwoordde ik, en zeide: Ik bid u Here, 10 4, 26| 26 Toen antwoordde hij mij, en zeide: Indien 11 4, 33| 33 En ik antwoordde en zeide: Hoe en wanneer 12 4, 34| 34 Toen antwoordde hij, en zeide tot mij: Haast 13 4, 36| En Jeremiël de archangel antwoordde daarop, en zeide: Als dan, 14 4, 38| 38 En ik antwoordde en zeide: O heersende Here, 15 4, 40| 40 En hij antwoordde, en zeide tot mij: Ga, en 16 4, 44| 44 En ik antwoordde en zeide: Heb ik genade 17 4, 52| 52 Toen antwoordde hij mij en zeide: Van de 18 5, 43| 43 En ik antwoordde en zeide: Kondt gij niet 19 5, 44| 44 En hij antwoordde en zeide: Het schepsel kan 20 5, 51| 51 Toen antwoordde hij, en zeide tot mij: Vraag 21 6, 7 | 7 En ik antwoordde en zeide: Wat scheiding 22 6, 11| 11 En ik antwoordde, en zeide: O heersende Here, 23 6, 13| 13 En hij antwoordde en zeide tot mij: Sta op 24 7, 17| 17 En ik antwoordde en zeide: O heersende Heer, 25 7, 42| 42 En hij antwoordde en zeide tot mij: De tegenwoordige 26 7, 46| 46 Toen antwoordde ik, en zeide: Dit is mijn 27 7, 57| 57 En hij antwoordde en zeide: Dit is de bedenking 28 7, 62| 62 En ik antwoordde en zeide: Ik weet Here dat 29 8, 1 | 1 EN hij antwoordde en zeide tot mij: De Allerhoogste 30 8, 4 | 4 En ik antwoordde en zeide: Nu dan mijn ziel, 31 8, 37| 37 En hij antwoordde en zeide tot mij: Gij hebt 32 8, 42| 42 En ik antwoordde, en zeide: Indien ik genade 33 8, 46| 46 En hij antwoordde en zeide tot mij: De tegenwoordige 34 8, 62| die u gelijk zijn. En ik antwoordde, en zeide:~ 35 9, 1 | 1 TOEN antwoordde hij, en zeide tot mij: Meet 36 9, 14| 14 En ik antwoordde en sprak: Ik heb voor deze 37 9, 16| 16 En hij antwoordde en sprak tot mij:~ 38 10, 37| verrukking van zinnen is. En hij antwoordde mij, en zeide:~ 39 12, 46| 46 Toen antwoordde ik hen en zeide: Zijt goedsmoeds 40 13, 20| ga als een wolk. En hij antwoordde en zeide tot mij:~ 41 14, 18| 18 En ik antwoordde, en zeide: Laat het voor 42 14, 23| 23 En hij antwoordde mij en zeide: Ga en verzamel


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License