Chapter, Verse
1 1, 16| verdelging uwer vijanden, maar nog tot nu toe hebt gij gemurmureerd.~
2 1, 21| uitgedrevan. Wat zou ik nog meer doen? spreekt de Here.~
3 1, 35| overgeven aan een volk dat nog komen zal. Die mij niet
4 4, 8 | niet nedergedaald, noch tot nog toe in de hel; en ik ben
5 4, 12| niet waren, dan dat wij nog levende zouden leven in
6 4, 14| zij voor ons wijke, en wij nog andere bossen maken.~
7 4, 28| maar zijn verstoring is nog niet gekomen.~
8 4, 30| tot nu toe, en zal het, nog voortbrengen, totdat de
9 4, 40| haar baarmoeder de vrucht nog zal kunnen bij zich houden.~
10 4, 50| druppelen en de rook zijn nog overgebleven.~
11 5, 36| Vertel mij de dingen die nog niet zijn gekomen: en vergader
12 5, 43| en die nu zijn, en die nog zijn zullen, op eenmaal
13 5, 50| mij gezegd hebt, is die nog jong; of genaakt zij nu
14 6, 39| van de stem des mensen was nog door u niet geschapen.~
15 6, 46| mens dienen zouden, die nog geschapen zou worden.~
16 7, 6 | 6 Nog een andere gelijkenis: Een
17 7, 31| geschieden, dat de wereld die nog niet ontwaakt is, zal opgewekt
18 7, 42| veel heerlijkheid blijft nog in deze; daarom hebben zij
19 7, 62| zich hunner ontfermt, die nog in de wereld niet zijn gekomen,~
20 7, 66| en die voorbij zijn, en nog zijn zullen.~
21 8, 47| 47 Want u ontbreekt nog veel, dat gij mijn schepsel
22 9, 11| walg gehad hebben, toen zij nog vrijheid hadden,~
23 9, 12| 12 En toen hun nog plaats van berouw open was,
24 9, 18| de wereld bereidde die nog niet was geschapen om te
25 9, 23| 23 Maar gij, indien gij nog andere zeven dagen vertoeft, (
26 10, 32| ziet, ik heb gezien, en zie nog, wat ik niet kan verhalen.~
27 10, 45| jaren zijn geweest, dat nog geen offerande in dezelve
28 11, 28| zag, en ziet, de twee die nog overig waren, dachten ook
29 11, 34| Doch de twee hoofden waren nog over, welke op gelijke wijze
30 12, 2 | 2 En ziet, het hoofd dat nog over was, doch de vier vleugelen,
31 12, 5 | 5 Ziet, ik ben nog vermoeid in mijn gemoed,
32 12, 39| 39 Maar verbeid gij hier nog andere zeven dagen, opdat
33 12, 51| 51 Doch ik zat nog zeven dagen in het veld,
34 13, 15| 15 Zo toon mij dan nu nog de verklaring van deze droom.~
35 13, 56| drie andere dagen zal ik nog andere dingen tot u spreken,
36 14, 12| 12 Maar er is nog overig hetgeen na het tiende
37 14, 15| zien geschieden, zullen zij nog erger maken dan dit.~
38 15, 38| zuiden en van het noorden, en nog een ander deel van het westen.~
39 16, 53| 53 Want nog een weinig tijds is het,
40 16, 72| en te verstoren die God nog vrezen.~
|