Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
onrecht 2
onrechtvaardig 2
onrechtvaardige 1
ons 38
onschuldig 3
onsterfelijke 2
onsterfelijkheid 3
Frequency    [«  »]
40 wat
39 of
38 dingen
38 ons
38 opdat
37 al
37 doch

Het vierde boek Ezra

IntraText - Concordances

ons

   Chapter, Verse
1 1, 18| 18 Waarom hebt gij ons in deze woestijn gebracht, 2 1, 18| deze woestijn gebracht, om ons te doden? het ware ons beter 3 1, 18| om ons te doden? het ware ons beter geweest de Egyptenaars 4 4, 14| 14 En spraken: Komt, laat ons heengaan en de zee beoorlogen, 5 4, 14| beoorlogen, opdat zij voor ons wijke, en wij nog andere 6 4, 15| aanslag, en zeiden: Komt, laat ons optrekken, en de bossen 7 4, 15| een ander landschap voor ons maken.~ 8 4, 23| van de dingen die onder ons dagelijks omgaan: namelijk, 9 4, 24| gegaan als sprinkhanen, en ons leven verbaasdheid is en 10 4, 25| met zijn naam, die over ons aangeroepen is? Van deze 11 5, 18| nuttig spijs, en verlaat ons niet, als een herder zijn 12 5, 41| zijn, of wij, of die na ons zijn zullen?~ 13 6, 57| niets geacht zijn, beginnen ons te overheersen en te verslinden.~ 14 7, 49| 49 Want wat baat het ons, indien ons een onsterfelijke 15 7, 49| wat baat het ons, indien ons een onsterfelijke tijd toegezegd 16 7, 50| 50 En dat ons een eeuwige hoop is voorzegd, 17 7, 51| 51 En dat ons weggelegd zijn woningen 18 8, 6 | aanschijn bidden, en dat gij ons zaad in het hart geeft, 19 8, 17| zie de overtredingen van ons die op aarde wonen;~ 20 8, 32| barmhartig genoemd worden, over ons namelijk, die geen werken 21 8, 45| En vertoorn u niet over ons, maar spaar uw volk, en 22 9, 29| 29 O Here, toen gij uzelf ons vertoondet, zijt gij onze 23 9, 35| blijft nu niet meer bij ons;~ 24 9, 36| 36 Maar ons is het zo niet geschied, 25 9, 36| als wij zondigen, en ook ons hart dat ze ontvangen heeft,~ 26 10, 6 | boven alle vrouwen, ziet gij ons treuren niet? en wat ons 27 10, 6 | ons treuren niet? en wat ons ontmoet?~ 28 10, 21| 21 Want gij ziet dat ons heiligdom woest geworden 29 10, 21| heiligdom woest geworden is, ons altaar verbroken, en onze 30 10, 22| 22 Ons snarenspel ligt daar neder, 31 10, 22| uitgeblust, en de ark van ons verbond is genomen, en onze 32 10, 22| bevlekt, en de naam die over ons aangeroepen wordt is bijna 33 12, 41| hebben wij u gedaan, dat gij ons verlaat, en aan deze plaats 34 12, 42| Want gij zijt alleen voor ons over uit alle volken als 35 12, 43| 43 Of zijn ons de zwarigheden niet genoegzaam, 36 12, 43| zwarigheden niet genoegzaam, welke ons overkomen?~ 37 12, 44| 44 Indien gij ons dan verlaat, hoe veel beter 38 12, 44| hoe veel beter ware het ons, dat wij ook met de brand


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License