Chapter, Verse
1 2, 42| 42 Ik Ezra zag op de berg Sion een grote
2 3, 2 | 2 Want ik zag de verwoesting van Sion,
3 4, 48| En ik stond daar, en ik zag, en zie een gloeiende oven
4 4, 48| de vlam voorbijging, zo zag ik dat de rook overbleef.~
5 9, 38| dingen in mijn hart sprak, zo zag ik om met mijn ogen, en
6 9, 38| om met mijn ogen, en ik zag een vrouw aan de rechterzijde,
7 10, 27| 27 En ik zag op, en ziet, de vrouw verscheen
8 10, 29| zo kwam hij tot mij en zag mij.~
9 11, 1 | 1 EN ik zag een droom, en zie een arend
10 11, 2 | 2 En ik zag, en ziet, hij strekte zijn
11 11, 3 | 3 En ik zag dat van zijn vederen andere
12 11, 5 | 5 En ik zag, en zie de arend vloog met
13 11, 6 | 6 En ik zag dat alle dingen hem onder
14 11, 7 | 7 En ik zag, en ziet de arend stond
15 11, 10| 10 En ik zag, en ziet, de stem kwam niet
16 11, 12| 12 En ik zag, en ziet, van de rechterzijde
17 11, 20| 20 En ik zag, en ziet, de volgende vederen
18 11, 22| 22 En ik zag daarna, en ziet de twaalf
19 11, 24| 24 En ik zag, en ziet, van de zes vederkens
20 11, 25| 25 En ik zag, en ziet, die onder de vleugelen
21 11, 26| 26 En ik zag, en ziet, de ene heeft zich
22 11, 28| 28 En ik zag, en ziet, de twee die nog
23 11, 30| 30 En ik zag dat de twee hoofden hiermee
24 11, 33| 33 En ik zag daarna, dat het middelste
25 11, 35| 35 En ik zag, en ziet, het hoofd, dat
26 11, 37| 37 En ik zag, en ziet, een leeuw, als
27 11, 37| bos snel lopende, en ik zag dat hij een mensenstem uitgaf
28 12, 1 | sprak tot de arend, dat ik zag,~
29 12, 3 | 3 En ik zag, en ziet, zij kwamen niet
30 13, 3 | 3 En ik zag, en ziet, een man werd gesterkt
31 13, 5 | 5 En daarna zag ik, en zie, daar vergaderde
32 13, 6 | 6 En ik zag, en ziet, hij had zichzelf
33 13, 8 | 8 En daarna zag ik, en ziet, allen die tezamen
34 13, 9 | geweld der aankomende menigte zag, zo hief hij zijn hand niet
35 13, 9 | krijgsgeweer, maar alleen zag ik dit,~
36 13, 11| sterk riekende rook; en ik zag het, en werd verschrikt.~
37 13, 12| 12 En daarna zag ik de mens zelf van de berg
|