Chapter, Verse

 1   1, 36|          Zij hebben geen profeten gezien, en zullen toch hun zonden
 2   2, 48|           grote wonderen Gods gij gezien hebt.~
 3   3, 29|      gekomen, en de goddeloosheid gezien heb, welker geen getal is, (
 4   3, 29| overtreders dit dertigste jaar nu gezien) zo is mijn hart mij ontvallen.~
 5   3, 30|                    30 Want ik heb gezien, hoe gij hen duldt als zij
 6   3, 33|           weer getogen, en ik heb gezien dat zij overvloed hebben,
 7   6, 3 |          En eer de schone bloemen gezien werden, en eer de bewogen
 8   6, 22|     zullen haastig als onbezaaide gezien worden, en de volle kelders
 9   6, 32|        Sterke heeft uw gezindheid gezien, en uw kuisheid, die gij
10   9, 3 |        wereld aardbevingen zullen gezien worden, en beroerten der
11   9, 21|                      21 En ik heb gezien, en heb hen zeer gespaard,
12   9, 45|        hij heeft mijn vernedering gezien, en hij heeft mijn angst
13  10, 32|        uitgegaan; en ziet, ik heb gezien, en zie nog, wat ik niet
14  10, 35|                    35 Want ik heb gezien wat ik niet wist, en ik
15  10, 39|                      39 Hij heeft gezien dat uw weg recht is, want
16  10, 44|            44 Deze vrouw, die gij gezien hebt is Sion, welke gij
17  10, 49|            gij hebt haar gedaante gezien, en wijl zij om haar zoon
18  11, 22|          vederen werden niet meer gezien, noch de twee vederkens.~
19  12, 11|          rijk, dat in een gezicht gezien is door uw broeder Daniël;~
20  12, 16|         twaalf vleugelen, die gij gezien hebt.~
21  12, 19|                     19 En dat gij gezien hebt acht onderste vleugelen,
22  12, 22|                22 En dat gij hebt gezien drie hoofden die rustten.~
23  12, 26|                     26 En dat gij gezien hebt, dat het grootste hoofd
24  12, 29|                     29 En dat gij gezien hebt twee vederen, die van
25  12, 31|          Gelijk gij ook een leeuw gezien hebt, die gij zaagt uit
26  12, 35|          Dit is de droom, die gij gezien hebt, en dit zijn de verklaringen.~
27  12, 37|           al deze dingen, die gij gezien hebt, in een boek, en leg
28  13, 3 |   verschrikte alles wat onder hem gezien werd.~
29  13, 11|         menigte weldra niets werd gezien, dan alleen stof, en sterk
30  13, 25|         dit gezicht: Dat gij hebt gezien een man opklimmend uit het
31  13, 36|       vertoond worden, gelijk gij gezien hebt, dat de berg zonder
32  13, 39|                     39 En dat gij gezien hebt, dat hij een andere
33  13, 47|        gij deze menigte vreedzaam gezien.~
34  13, 51|           mij toch dit, waarom ik gezien heb, dat de man van het
35  13, 53|  verklaring van de droom, die gij gezien hebt, en om welks wil gij
36  14, 8 |         heb, en de dromen die gij gezien hebt, en de verklaringen,
37  14, 17|       gezicht haast komen dat gij gezien hebt.~