Chapter, Verse
1 1, 8 | want het is een volk, dat zich niet laat tuchtigen.~
2 1, 37| volk, wiens kleine kinderen zich met blijdschap verheugen,
3 4, 40| vrucht nog zal kunnen bij zich houden.~
4 4, 42| Want gelijk een die baart zich haast, om van de nood der
5 5, 7 | des nachts een stem van zich geven, die velen niet kennen,
6 5, 9 | zijn, en het verstand zal zich verbergen in zijn binnenkameren.~
7 7, 28| overgebleven zijn, zullen zich vervrolijken in vierhonderd
8 7, 55| aangezichten dergenen, die zich onthouden hebben, blinken
9 7, 62| barmhartig genoemd is, omdat hij zich hunner ontfermt, die nog
10 7, 63| 63 En dat hij zich die ontfermt, die zich bekeren
11 7, 63| hij zich die ontfermt, die zich bekeren tot zijn wet.~
12 8, 22| 22 Wier opmerking zich keert met wind en vuur;
13 9, 1 | Meet vlijtig de tijd in zich zelf, en het zal geschieden,
14 10, 26| groot geluid ener stem van zich, vol vreselijkheid, zodat
15 11, 18| 18 En de derde heeft zich verheven, en heeft de heerschappij
16 11, 21| Want enige uit hen richtten zich ook op, maar verkregen de
17 11, 25| vleugelen waren, meenden zich op te richten en heerschappij
18 11, 26| zag, en ziet, de ene heeft zich opgericht, maar zij is terstond
19 11, 31| En ziet, dit hoofd keerde zich om, met degenen die bij
20 12, 2 | hetzelve overgegaan waren, en zich opgericht hadden om te heersen,
21 13, 12| menigte van vreedzaam volk tot zich roepen.~
22 13, 39| andere vreedzame menigte tot zich vergaderd heeft;~
23 15, 31| natuur indachtig, en zullen zich omkeren, en tezamen spannen
24 15, 32| voor hun kracht, en zullen zich op de vlucht begeven.~
25 15, 40| onstuimigheid zijn met het gesternte zich verheffen, opdat zij de
26 16, 21| in alle deze zullen zij zich niet bekeren van hun ongerechtigheden,
27 16, 29| en twee van het veld, die zich verstoken zullen hebben
28 16, 45| 45 Die zich ten huwelijk begeven, als
29 16, 45| kinderen zullen krijgen, die zich niet ten huwelijk begeven,
30 16, 51| ongerechtigheid, wanneer zij zich versiert, en zal haar in
31 16, 77| hebben, en dat uw misdaden zich over u niet verheffen.~
|