Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
weten 3
wetenschap 2
wezen 3
wie 31
wiens 12
wier 4
wierook 1
Frequency    [«  »]
31 gegeven
31 grote
31 had
31 wie
31 zich
30 indien
30 meer

Het vierde boek Ezra

IntraText - Concordances

wie

   Chapter, Verse
1 1, 35| hebben, zullen geloven, en wie ik geen tekenen getoond 2 2, 44| vroeg ik de engel en zeide: Wie zijn deze, Here?~ 3 2, 46| En ik zeide tot de engel: Wie is de jongeling die hun 4 4, 6 | ik antwoordde en zeide: Wie is er geboren die kan doen 5 4, 18| richter waart van deze, wie zoudt gij rechtvaardigen, 6 4, 18| zoudt gij rechtvaardigen, of wie veroordelen?~ 7 5, 38| sprak: O heersende Here, wie is er die deze dingen kan 8 5, 55| beginnen oud te worden, en bij wie de sterkte der jeugd nu 9 5, 56| zo toon uw knecht door wie gij uw schepsel bezoekt.~ 10 6, 19| beginnen te onderzoeken, wie met hun ongerechtigheid 11 6, 29| allengskens aanzag, voor wie ik stond.~ 12 7, 5 | 5 Want wie zou gaarne in de zee willen 13 7, 61| toekomende is over degenen wie de zaligheid verzekerd is.~ 14 8, 16| smart lijd, en van Jakob, om wie ik mij bedroef.~ 15 8, 21| onbegrijpelijk is; voor wie het heerleger der engelen 16 8, 33| Want de rechtvaardigen, wie vele werken weggelegd zijn, 17 8, 44| gij hem gelijk zijt, om wie gij alle dingen hebt geschapen, 18 9, 13| de rechtvaardigen, voor wie en om welke die wereld zal 19 10, 11| 11 Wie zal dan meer moeten treuren 20 14, 19| tegenwoordige volk bestraffen. Doch wie zal die vermanen, die hierna 21 16, 3 | zwaard is over u gezonden, en wie is er die het zal afkeren?~ 22 16, 4 | is over u aangestoken, en wie is er die het zal blussen?~ 23 16, 5 | ongeval is over u gezonden, en wie is er die het zal afweren?~ 24 16, 8 | Here zendt ongeval over, en wie is er die het zal verdrijven?~ 25 16, 9 | gemeenschap uitgegaan, en wie is er die het zal blussen?~ 26 16, 10| 10 Hij zal bliksemen, en wie zal niet vrezen? Hij zal 27 16, 10| vrezen? Hij zal donderen, en wie zal niet beven?~ 28 16, 11| De Here zal dreigen, en wie zal niet gans vermorzeld 29 16, 17| 17 Wee mij, wee mij; wie zal mij bevrijden in die 30 16, 26| zullen vruchten geven, en wie zal ze aflezen?~ 31 16, 27| druif zal rijp worden, en wie zal ze treden? want in alle


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License