Chapter, Verse
1 1, 9 | hen verdragen, die ik zo grote weldaden bewezen heb?~
2 1, 14| door een vuurkolom, en heb grote wonderen onder u gedaan;
3 2, 19| honig vlieten; en zeven grote bergen, die rozen en leliën
4 2, 42| zag op de berg Sion een grote hoop, die ik niet tellen
5 2, 48| mijn volk hoedanige en hoe grote wonderen Gods gij gezien
6 3, 16| Jakob is geworden tot een grote menigte.~
7 4, 31| gij bij u zelf, wat een grote vrucht der goddeloosheid
8 5, 1 | zullen gegrepen worden, in grote rijkdom, en de weg der waarheid
9 6, 53| zij u zou voortbrengen het grote en kleine vee, en de kruipende
10 7, 13| 13 Want de grote wereldingangen waren breed,
11 7, 38| 38 David voor die grote slachting, en Salomo voor
12 7, 66| 66 En dat hij van grote barmhartigheid is, want
13 8, 14| die verderft, die met zo grote moeite is voortgebracht,
14 9, 45| zoon gegeven, en wij hebben grote vreugde over hem gehad,
15 9, 46| En ik voedde hem op met grote arbeid.~
16 10, 24| 24 Gij dan doe uw grote droefheid van u, en leg
17 10, 27| plaats werd vertoond van grote fundamenten, en ik verschrikte,
18 11, 40| wereld heeft ingehouden met grote vrees, en het ganse aardrijk
19 12, 3 | vanwege het groot gewoel en de grote vrees uit de verdrukking
20 12, 5 | meer in mij, vanwege de grote vrees, waarmee ik deze nacht
21 13, 6 | ziet, hij had zichzelf een grote berg uitgesneden, en hij
22 13, 13| worden, en ik werd ziek van grote verschrikking, en ontwaakte
23 15, 30| en zullen aankomen met grote kracht, en zullen tegen
24 15, 31| en tezamen spannen om met grote kracht die te vervolgen.~
25 15, 36| der kemelen, en daar zal grote vrees en beving zijn op
26 15, 38| 38 En daarna zullen er grote slagregenen komen van het
27 15, 40| 40 En daar zullen grote en sterke wolken, die vol
28 16, 22| namelijk zwaard, honger en grote verwarring.~
29 16, 27| want in alle plaatsen zal grote eenzaamheid zijn.~
30 16, 69| Want ziet, de hitte van een grote menigte wordt over u aangestoken,
31 16, 71| de omliggende steden zal grote opstand zijn tegen degenen,
|