Chapter, Verse
1 1, 13| heb ik u tot een leidsman gegeven, en Aäron tot een priester.~
2 1, 14| 14 Ik heb u licht gegeven door een vuurkolom, en heb
3 1, 15| geweest; het leger heb ik u gegeven tot een bescherming, en
4 1, 19| en heb u manna tot spijs gegeven; gij hebt der engelen brood
5 1, 23| geen vuur om uw lastering gegeven, maar ik legde hout in het
6 2, 1 | aan hetwelk ik bevelen gegeven heb door mijn knechten de
7 2, 10| geven, hetwelk ik Israël zou gegeven hebben.~
8 2, 26| Van de knechten, die ik u gegeven heb, zal niemand omkomen,
9 3, 4 | en hebt het volk geboden gegeven;~
10 3, 5 | En hebt Adam een lichaam gegeven, dat geen leven had doch
11 3, 15| verlaten; deze hebt gij gegeven Izaäk, en Izaäk hebt gij
12 3, 15| Izaäk, en Izaäk hebt gij gegeven Jakob en Ezau.~
13 3, 30| hebt dat niet te verstaan gegeven.~
14 4, 19| gehad, want de aarde is gegeven voor het bos, en een plaats
15 4, 21| 21 Want gelijk de aarde gegeven is voor het bos, en de zee
16 4, 22| bid u Here, dat mij de zin gegeven worde om te verstaan.~
17 5, 27| verkregen, en hebt een wet gegeven, die door allen goed gekend
18 5, 28| enige volk aan velen over gegeven? en hebt boven die wortel
19 5, 48| de baarmoeder der aarde gegeven, voor degenen die daarop
20 6, 51| aan Behemoth het éne deel gegeven, dat op de derde dag was
21 6, 52| zevende deel des waters gegeven, en hebt hem bewaard, opdat
22 6, 58| ijvert, zijn in hun handen gegeven.~
23 7, 9 | stad iemand tot een erve gegeven werd, en hij nooit het voorgestelde
24 7, 46| geven, of als hij het hem gegeven had, hem te beletten dat
25 8, 5 | en u is niet meer tijds gegeven, dan alleen dit leven.~
26 9, 45| en hij heeft mij een zoon gegeven, en wij hebben grote vreugde
27 10, 20| maar volg de raad, die u gegeven wordt, want wat zijn er
28 11, 39| die ik de heerschappij had gegeven in mijn wereld, opdat naar
29 14, 31| ulieden tot een erfdeel gegeven; en uw vaders en gijlieden
30 14, 32| indertijd genomen, hetgeen hij gegeven had.~
31 16, 62| het leven en het verstand gegeven.~
|