Chapter, Verse
1 1, 37| lichamelijke ogen wel niet zien, maar in de geest geloven
2 2, 29| uw kinderen de hel niet zien.~
3 4, 4 | tonen, die gij begeert te zien, en ik zal u leren, vanwaar
4 4, 43| hetgeen gij begerig zijt te zien.~
5 5, 3 | ziet heersen, woest zal zien.~
6 5, 4 | zult gij na de derde bazuin zien, dat de zon des nachts haastig
7 5, 35| de kommer Jakobs niet zou zien, en de moeite van het geslacht
8 5, 37| waarnaar gij vraagt om die te zien.~
9 5, 38| is er die deze dingen kan zien, dan die bij de mensen zijn
10 6, 20| alle tezamen zullen zij ze zien;~
11 6, 25| worden, en zal mijn zaligheid zien, en het einde van uw wereld.~
12 6, 26| gesmaakt hebben, zullen het zien; en het hart der inwoners
13 7, 5 | de zee willen gaan, en ze zien en beheersen; indien hij
14 7, 18| en zullen het wijde niet zien.~
15 7, 27| bevrijd is, zal mijn wonderen zien.~
16 9, 8 | en hij zal mijn zaligheid zien in mijn land, en in mijn
17 10, 41| 41 De vrouw, die gij hebt zien treuren, zijt gij begonnen
18 10, 44| u gezegd heeft, nu zult zien als een gebouwde stad.~
19 10, 55| uwer ogen kan vatten om te zien.~
20 12, 11| 11 De arend, die gij hebt zien opkomen van de zee, is het
21 13, 7 | landstreek of plaats te zien, waaruit de berg uitgesneden
22 13, 27| dat gij uit zijn mond hebt zien gaan als een wind, en vuur,
23 13, 32| die gij als een man hebt zien opkomen.~
24 13, 52| niemand op de aarde kunnen zien mijn Zoon, of degenen, die
25 14, 15| het kwaad, dat gij hebt zien geschieden, zullen zij nog
26 15, 37| En die de onstuimigheid zien, zullen verschrikken, en
27 16, 28| zijn om een ander mens te zien of zijn stem te horen.~
|