Chapter, Verse
1 2, 34| hij is nabij, die aan het einde der wereld zal komen.~
2 5, 41| nabij degenen, die tegen het einde zijn; wat zullen nu die
3 6, 6 | geen ander gemaakt, en het einde zal door mij zijn, en door
4 6, 7 | zijn? of wanneer zal het einde zijn des vorigen, en het
5 6, 9 | 9 Want het einde dezer eeuw is Ezau, en het
6 6, 12| uw dienstknecht toont het einde uwer tekenen, waarvan gij
7 6, 15| het woord zal zijn van het einde, en het fundament der aarde
8 6, 16| want zij weet dat haar einde moet veranderd worden.~
9 6, 25| mijn zaligheid zien, en het einde van uw wereld.~
10 7, 42| tegenwoordige eeuw is niet het einde, veel heerlijkheid blijft
11 7, 43| dag des oordeels zal het einde zijn van deze tijd en het
12 8, 54| onsterfelijkheid is aan het einde getoond.~
13 9, 5 | heeft, zo heeft het ook een einde, en dat einde is openbaar.~
14 9, 5 | het ook een einde, en dat einde is openbaar.~
15 10, 28| zinnen gekomen ben, en mijn einde is geworden tot verderfenis,
16 11, 13| toen zij heerste, dat haar einde kwam, en haar plaats werd
17 11, 39| wereld, opdat naar haar het einde der tijden zou komen?~
18 12, 6 | hij mij versterke tot het einde.~
19 12, 21| worden in die tijd, als zijn einde zal beginnen te naderen,
20 12, 21| maar de twee zullen tot het einde toe behouden worden.~
21 12, 23| dit de verklaring: Aan het einde van dit rijk zal de Allerhoogste
22 12, 30| behouden heeft tot op het einde, dit is een klein rijk.
23 12, 32| de Allerhoogste tot het einde toe behouden heeft, tegen
24 12, 34| vrolijk maken totdat het einde en de dag des oordeels komen
25 14, 5 | de verborgenheden en het einde der tijden, en beval hem,
|