Chapter, Verse
1 2, 18| Jeremia tot een hulp zenden: naar wier raad ik voor u geheiligd
2 3, 8 | een ieder volk wandelde naar zijn wil, en deed wonderlijke
3 5, 19| mij. En hij hoorde mij, naar ik gezegd had, en hij week
4 5, 32| onderrichten, en luister naar mij, en ik wil u verder
5 7, 65| weldadig is; want hij wil geven naar dat nodig is.~
6 7, 68| want indien hij niet vergaf naar zijn goedheid, opdat degenen,
7 8, 28| gewandeld, maar aan degenen die naar uw wil uw vreze bekend hebben.~
8 8, 37| dingen recht gesproken, en naar uw redenen zal het ook geschieden.~
9 8, 53| verborgen, en de verderfenis is naar de hel gevlucht in vergetelheid.~
10 9, 30| gij zaad Jakobs, luister naar mijn reden.~
11 10, 13| 13 Doch de aarde doet naar de wijze der aarde, en de
12 10, 17| 17 Ga dan weder naar de stad tot uw man.~
13 10, 32| verlaten hebt; want ik heb naar uw redenen gedaan, en ben
14 11, 39| gegeven in mijn wereld, opdat naar haar het einde der tijden
15 11, 41| hebt de aarde gericht niet naar waarheid?~
16 12, 50| 50 En het volk is naar de stad vertrokken, gelijk
17 14, 36| niemand nu tot mij, noch vrage naar mij deze veertig dagen lang.~
18 14, 37| bevolen had. en wij gingen naar het veld, en bleven daar.~
19 15, 16| overweldigen, en zullen naar hun koning niet vragen,
20 15, 16| weg van hun handelingen naar hun geweld afmeten.~
21 15, 19| roven, vanwege de honger naar brood, en de velerlei benauwdheid.~
22 15, 58| bloed drinken, door honger naar brood, en dorst naar water.~
23 15, 58| honger naar brood, en dorst naar water.~
|