Chapter, Verse
1 3, 16| is geworden tot een grote menigte.~
2 6, 44| aan kwam er een ontelbare menigte vruchten voort, en van velerlei
3 6, 56| vergeleken met speeksel, en hun menigte hebt gij vergeleken met
4 7, 69| geheeld, en niet uitwiste de menigte der twistingen,~
5 7, 70| mogelijk van een ontelbare menigte niet dan zeer weinigen overgelaten
6 9, 22| 22 Dat dan de menigte verloren ga, die zonder
7 10, 10| allen ten verderve, en hun menigte is tot uitroeiing.~
8 10, 11| dan deze, die zo groot een menigte verloren heeft, daar gij
9 10, 13| aarde, en de tegenwoordige menigte keert weder in haar, gelijk
10 13, 5 | zie, daar vergaderde een menigte van mensen, die men niet
11 13, 9 | het geweld der aankomende menigte zag, zo hief hij zijn hand
12 13, 11| viel met geweld over de menigte, die bereid was om te strijden,
13 13, 11| zodat van de ontelbare menigte weldra niets werd gezien,
14 13, 12| berg afkomen, en een andere menigte van vreedzaam volk tot zich
15 13, 28| nochtans verdierf de ganse menigte die gekomen was om hem te
16 13, 34| 34 En een ontelbare menigte zal bijeen vergaderen, alsof
17 13, 39| hij een andere vreedzame menigte tot zich vergaderd heeft;~
18 13, 41| zij besloten, dat zij de menigte der heidenen zouden verlaten,
19 13, 47| mogen; daarom hebt gij deze menigte vreedzaam gezien.~
20 13, 49| beginnen te verderven de menigte dergenen, die uit de volken
21 15, 29| gelijk als een wind zal hun menigte gedreven worden over de
22 15, 41| en al de beken door de menigte des waters vervuld zullen
23 16, 69| de hitte van een grote menigte wordt over u aangestoken,
|