Chapter, Verse
1 3, 24| zou bouwen, en dat men u daarin wierook en offeranden zou
2 4, 49| zo bleven de druppelen daarin over.~
3 5, 37| voorschijn de winden, die daarin besloten zijn: toon mij
4 5, 44| wereld op eenmaal dragen, die daarin geschapen zullen worden.~
5 6, 48| bevolen had, opdat de volken daarin uw wonderen zouden verhalen.~
6 6, 51| was gedroogd, opdat hij daarin zou wonen, waar duizend
7 7, 32| en het stof degenen die daarin met stilte wonen, en de
8 7, 67| gemaakt, met degenen, die daarin erfenis zullen hebben.~
9 8, 8 | maanden uw schepsel, dat daarin geschapen is.~
10 8, 36| 36 Want daarin zal uw gerechtigheid en
11 8, 48| 48 Maar ook daarin zijt gij wonderlijk voor
12 9, 20| om der gedachten wil, die daarin waren voortgekomen.~
13 9, 31| voortbrengen, en gij zult daarin verheerlijkt worden in eeuwigheid.~
14 9, 35| Dat hetgeen gezaaid, of daarin gedaan, of ontvangen is,
15 9, 35| verbroken wordt, en hetgeen daarin ontvangen is blijft nu niet
16 11, 34| aarde, en over degenen, die daarin wonen.~
17 12, 23| verwekken, en zal vele dingen daarin wederroepen, en zij zullen
18 12, 24| 24 En over degenen, die daarin wonen; en dat met veel moeite
19 13, 43| 43 Zij zijn dan daarin getogen door de enge ingangen
20 13, 46| 46 Toen hebben zij daarin gewoond tot de laatste tijd;
21 14, 20| wereld in duisternis, en die daarin wonen zijn zonder licht.~
22 15, 14| Wee de wereld, en hen, die daarin wonen.~
|