Chapter, Verse
1 2, 27| bekommer u niet, want als de dag van de angst en de nood
2 4, 5 | de wind, of roep mij de dag weer, die voorbijgegaan
3 4, 9 | en van wind, en van de dag, daar gij doorgegaan zijt,
4 5, 4 | en de maan driemaal in de dag.~
5 6, 31| deze verkondigen, op die dag dat ik ze gehoord heb.~
6 6, 38| der schepping op de eerste dag gesproken en gezegd: Dat
7 6, 41| 41 En op de tweede dag schiept gij de lucht van
8 6, 42| 42 De derde dag nu hebt gij de wateren bevolen,
9 6, 44| deze alle zijn op de derde dag gemaakt.~
10 6, 45| 45 Op de vierde dag nu gebood gij, dat worden
11 6, 47| 47 Op de vijfde dag zeidet gij tot het zevende
12 6, 51| gegeven, dat op de derde dag was gedroogd, opdat hij
13 6, 53| 53 Op de zesde dag geboodt gij de aarde, dat
14 7, 43| 43 Maar de dag des oordeels zal het einde
15 9, 44| deze dertig jaren lang, dag en nacht de Allerhoogste
16 10, 2 | hield mij stil tot de andere dag toe, tegen de nacht,~
17 12, 34| maken totdat het einde en de dag des oordeels komen zal,
18 13, 52| bij hem zijn, dan op die dag.~
19 14, 1 | het geschiedde op de derde dag, dat ik zat onder een eik.~
20 15, 21| Gelijk zij tot op de huidige dag mijn uitverkorenen hebben
21 16, 66| beschuldigers zullen zijn, in die dag.~
|