Chapter, Verse
1 3, 28| Handelen nu, die in Babylon wonen beter? en zal zij daarom
2 3, 34| daartegen die in de wereld wonen, zo zal uw naam niet gevonden
3 3, 35| wanneer hebben die op aarde wonen voor u niet gezondigd? of
4 4, 21| kunnen ook, die op de aarde wonen, alleen verstaan hetgeen
5 4, 21| aarde is, en die in de hemel wonen hetgeen op de hoogte des
6 4, 39| wil dergenen die op aarde wonen.~
7 5, 1 | komen, dat die op aarde wonen, zullen gegrepen worden,
8 5, 6 | verwachten die op de aarde wonen, en het gevogelte zal wegtrekken.~
9 6, 51| gedroogd, opdat hij daarin zou wonen, waar duizend bergen zijn.~
10 7, 32| degenen die daarin met stilte wonen, en de binnenkameren zullen
11 8, 17| overtredingen van ons die op aarde wonen;~
12 9, 9 | hebben, en die zullen in pijn wonen, die ze verworpen en veracht
13 10, 59| aarde in de laatste dagen wonen.~
14 11, 5 | en over allen die daarop wonen.~
15 11, 34| over degenen, die daarin wonen.~
16 12, 24| over degenen, die daarin wonen; en dat met veel moeite
17 14, 20| duisternis, en die daarin wonen zijn zonder licht.~
18 15, 14| wereld, en hen, die daarin wonen.~
19 15, 40| met degenen, die daarop wonen, en zij zullen over alle
20 16, 23| Want velen die op aarde wonen, zullen door hongersnood
|