Chapter, Verse
1 3, 23| 23 Alzo verliepen de tijden, en de jaren werden geëindigd,
2 4, 27| vatten hetgeen in toekomende tijden de rechtvaardigen toegezegd
3 4, 37| 37 En hij heeft de tijden met een maat gemeten, en
4 4, 37| maat gemeten, en heeft de tijden met een getal geteld, en
5 5, 48| gezaaid zijn tot verscheiden tijden.~
6 6, 34| u niet, om de voorgaande tijden ijdele dingen te bedenken,
7 6, 34| u niet om van de laatste tijden achterhaald te worden.~
8 8, 50| de wereld in de laatste tijden zullen bewonen, omdat zij
9 9, 6 | 6 Zo hebben ook de tijden des Allerhoogsten openbare
10 11, 39| naar haar het einde der tijden zou komen?~
11 11, 44| Allerhoogste heeft de hovaardige tijden aangezien, en ziet, zij
12 12, 9 | dat gij het laatste der tijden mij zult vertonen.~
13 12, 20| acht koningen opstaan, wier tijden kort en jaren snel zijn
14 13, 26| de Allerhoogste nu vele tijden bewaart, die door zichzelf
15 13, 58| tijd, met hetgeen in de tijden teweeggebracht werd, regeert.
16 14, 5 | verborgenheden en het einde der tijden, en beval hem, zeggende:~
17 14, 9 | met uws gelijken totdat de tijden geëindigd zijn.~
18 14, 10| haar jeugd verloren, en de tijden genaken om oud te worden.~
19 14, 14| en haast u om uit deze tijden te verhuizen.~
20 14, 22| degenen, die in de laatste tijden zullen willen leven, ook
|