Chapter, Verse
1 5, 12| 12 Te dier tijd zullen de mensen hopen en niet verkrijgen;
2 5, 38| kan zien, dan die bij de mensen zijn woning niet heeft.~
3 6, 10| 10 De hand des mensen is tussen de verzenen en
4 6, 26| 26 En de mensen, die aangenomen zijn, die
5 6, 39| het geluid van de stem des mensen was nog door u niet geschapen.~
6 7, 29| Christus sterven, en alle mensen die adem hebben.~
7 7, 47| 47 Want wat baat het de mensen tegenwoordig te leven in
8 7, 68| tienduizendste deel der mensen niet levend gemaakt worden.~
9 8, 15| 15 En nu, Here, van alle mensen weet gij het best, maar
10 10, 10| zijn van den beginne alle mensen geboren, en zullen ook de
11 10, 54| werk van het gebouw eens mensen verdragen worden, waar de
12 13, 5 | vergaderde een menigte van mensen, die men niet tellen kon,
13 13, 13| 13 En daar kwamen vele mensen tot hem, sommigen met een
14 14, 22| geschreven waren, opdat de mensen de weg kunnen vinden, en
15 15, 16| ongestadigheid zijn in de mensen, en de een zal de ander
16 15, 18| verstoord worden, en de mensen zullen vrezen.~
17 15, 36| 36 En de mest der mensen zal komen tot aan de gordel
18 16, 33| bewassen, omdat er geen mensen door hetzelve zullen gaan.~
19 16, 55| daden en raadslagen der mensen, en hun gedachten, en hun
20 16, 66| worden, als uw zonden voor de mensen zullen voortkomen, en uw
|