Chapter, Verse
1 3, 6 | rechterhand gemaakt had, eer hij uit de aarde was gekomen.~
2 4, 32| 32 Wann eer de aren, welker geen getal
3 6, 1 | aardbodem zijn begin had, en eer de einden der wereld vaststonden,
4 6, 1 | der wereld vaststonden, en eer de winden tezamen bliezen,~
5 6, 2 | 2 En eer de stemmen des donders geluid
6 6, 2 | donders geluid gaven, en eer het licht der bliksems scheen,
7 6, 2 | der bliksems scheen, en eer de fundamenten van het paradijs
8 6, 3 | 3 En eer de schone bloemen gezien
9 6, 3 | bloemen gezien werden, en eer de bewogen krachten waren
10 6, 3 | krachten waren bevestigd, en eer de ontelbare heerscharen
11 6, 4 | 4 En eer de hoogte der lucht werd
12 6, 4 | lucht werd opgeheven, en eer de maat der hemelen bekend
13 6, 4 | der hemelen bekend was, en eer de haardsteden te Sion heet
14 6, 5 | 5 En eer men de tegenwoordige jaren
15 6, 5 | tegenwoordige jaren opzocht, en eer de vonden dergenen, die
16 7, 52| 52 En dat de eer des Allerhoogsten bewaard
17 8, 20| begin der woorden van Ezra, eer hij werd opgenomen. En ik
18 11, 16| hebt, dit verkondig ik u, eer gij begint te verdwijnen;~
19 11, 27| 27 En de tweede zijn eer verdwenen dan de eerste.~
20 15, 46| de hoop Babylons, en een eer zijt van haar persoon,~
|