Chapter, Verse
1 3, 5 | en hij is levend voor u geworden.~
2 3, 16| afgezonderd, en Jakob is geworden tot een grote menigte.~
3 4, 23| onzer vaderen teniet is geworden, en de geschreven rechten
4 6, 43| en het werk is terstond geworden.~
5 7, 12| ingangen dezer wereld zijn eng geworden, en droevig, en moeilijk;
6 7, 50| en wij toch boos en ijdel geworden zijn?~
7 9, 19| zij gemaakt was, verdorven geworden door een oogst, die niet
8 9, 29| gij onze vaderen openbaar geworden in de woestijn in een onvruchtbare
9 9, 32| der wet is niet openbaar geworden, en zij kon ook niet, want
10 10, 21| dat ons heiligdom woest geworden is, ons altaar verbroken,
11 10, 22| jongelingen zijn dienstbaar geworden, en onze sterke mannen zijn
12 10, 22| sterke mannen zijn zwak geworden.~
13 10, 28| gekomen ben, en mijn einde is geworden tot verderfenis, en mijn
14 12, 51| de kruiden is mij spijs geworden in die dagen.~ ~ ~ ~
15 13, 10| allen zijn te zamen vermengd geworden, namelijk de vurige wind,
16 14, 29| en zijn daaruit verlost geworden.~
17 15, 6 | schadelijke werken zijn vervuld geworden.~
18 16, 56| De aarde worde, en zij is geworden, en de hemel worde, en hij
19 16, 56| de hemel worde, en hij is geworden.~
|