Chapter, Verse

 1   1, 14|   heb grote wonderen onder u gedaan; maar gij hebt mij vergeten,
 2   1, 34|     en hebben kwaad voor mij gedaan.~
 3   2, 3 |       en hebt kwaad voor hem gedaan.~
 4   2, 8 |      wat ik Sodom en Gomorra gedaan heb,~
 5   7, 48|      48 O Adam, wat hebt gij gedaan? want zo gij gezondigd hebt,
 6   7, 49|    wij toch dodelijke werken gedaan hebben?~
 7   7, 68| degenen, die ongerechtigheid gedaan hebben, van hun ongerechtigheden
 8   9, 34|      wordt waarin gezaaid of gedaan is,~
 9   9, 35|   hetgeen gezaaid, of daarin gedaan, of ontvangen is, meteen
10  10, 32|  want ik heb naar uw redenen gedaan, en ben in het veld uitgegaan;
11  10, 43|      haars zoons een verhaal gedaan heeft, is dit de verklaring:~
12  12, 4 |     4 Ziet, gij hebt mij dit gedaan, daarmee dat gij de wegen
13  12, 41|     wat onrecht hebben wij u gedaan, dat gij ons verlaat, en
14  14, 21| niemand de dingen die door u gedaan zijn, noch de werken die
15  14, 26|                    26 En dit gedaan zijnde, zo zult gij sommige
16  14, 31|    en gijlieden hebt onrecht gedaan, en hebt de wegen niet gehouden
17  15, 21|    mijn uitverkorenen hebben gedaan, alzo zal ik hun doen, en