Chapter, Verse
1 5, 55| gij, als schepselen die nu beginnen oud te worden, en bij wie
2 6, 18| zal geschieden, als ik zal beginnen te naderen, dat ik de inwoners
3 6, 19| 19 En dat ik van hen zal beginnen te onderzoeken, wie met
4 6, 57| welke als niets geacht zijn, beginnen ons te overheersen en te
5 7, 56| dat wij na de dood zouden beginnen te lijden.~
6 8, 17| zal ik voor uw aanschijn beginnen te bidden voor mij en voor
7 8, 63| in de laatste dagen zult beginnen te doen, maar gij hebt mij
8 9, 2 | waarin de Allerhoogste zal beginnen te bezoeken de wereld, die
9 10, 52| de Allerhoogste u dit zou beginnen te vertonen;~
10 12, 15| 15 Want de tweede zal beginnen te heersen, en zal het meer
11 12, 21| tijd, als zijn einde zal beginnen te naderen, maar de twee
12 13, 29| wanneer de Allerhoogste zal beginnen te verlossen degenen, die
13 13, 37| pijnigingen, waarmee zij zullen beginnen gepijnigd te worden,~
14 13, 46| als zij nu weder zullen beginnen te komen,~
15 13, 49| geschieden, wanneer hij zal beginnen te verderven de menigte
16 14, 25| voleindigd zijn, die gij zult beginnen te schrijven.~
17 14, 26| morgen te dezer ure zult gij beginnen te schrijven.~
|