Chapter, Verse

 1   2, 11|                         11 En ik wil hun heerlijkheid tot mij
 2   3, 8 |          volk wandelde naar zijn wil, en deed wonderlijke dingen
 3   3, 14| liefgehad, en hebt hem alleen uw wil aangewezen.~
 4   4, 28|      Doch waarvan gij mij vraagt wil ik u zeggen: Het boze is
 5   4, 39|         te worden, om der zonden wil dergenen die op aarde wonen.~
 6   5, 32|          luister naar mij, en ik wil u verder zeggen.~
 7   5, 42|         En hij zeide tot mij: Ik wil mijn oordeel met een cirkel
 8   7, 65|        hij weldadig is; want hij wil geven naar dat nodig is.~
 9   8, 28|          aan degenen die naar uw wil uw vreze bekend hebben.~
10   8, 29|                            29 En wil niet verderven degenen,
11   8, 55|                        55 Daarom wil niet verder vragen van de
12   9, 20|          gevaar om der gedachten wil, die daarin waren voortgekomen.~
13  13, 53|         gezien hebt, en om welks wil gij alleen hier verlicht
14  16, 49|         ijveren om hunner zonden wil, spreekt de Here.~
15  16, 52|                        52 Daarom wil hun niet gelijk worden,