Chapter, Verse

 1   7, 24|        geloofd, en hebben zijn werken niet volbracht.~
 2   7, 49|      is, en wij toch dodelijke werken gedaan hebben?~
 3   8, 32|    over ons namelijk, die geen werken der gerechtigheid hebben.~
 4   8, 33|       rechtvaardigen, wie vele werken weggelegd zijn, zullen uit
 5   8, 33| weggelegd zijn, zullen uit hun werken het loon ontvangen.~
 6   8, 36|        die het wezen der goede werken niet hebben.~
 7   9, 7 |       worden, en die door zijn werken zal kunnen ontvlieden, en
 8  13, 23|     zijn, deze zijn het die de werken hebben, en het geloof in
 9  14, 21|    door u gedaan zijn, noch de werken die geschieden zullen.~
10  14, 35|   rechtvaardigen bekend, en de werken der bozen openbaar worden.~
11  15, 6 |     aarde, en haar schadelijke werken zijn vervuld geworden.~
12  15, 48|     willen navolgen in al haar werken en vonden, daarom spreekt
13  16, 52|        gelijk worden, noch hun werken.~
14  16, 65|        65 Daarom dat God al uw werken ernstig heeft doorgrond,