Chapter, Verse

 1   2, 6 | schande brengt, en hun moeder ten roof, opdat zij niet meer
 2   4, 52|      gij mij vraagt, kan ik u ten dele zeggen, maar van uw
 3   7, 37|     geweest zijn voor Israël, ten tijde van Achan en Samuël.~
 4   7, 40|     En Ezechias voor het volk ten tijde van Sanherib, en anderen,
 5  10, 10|      zij wandelen bijna allen ten verderve, en hun menigte
 6  12, 8 |  gezicht, opdat gij mijn ziel ten volle moogt vertroosten.~
 7  12, 28|     maar nochtans zal hij ook ten laatste door het zwaard
 8  15, 15|      tegen het andere opstaan ten strijd, en het zwaard zal
 9  15, 53| Indien gij mijn uitverkorenen ten allen tijde niet hadt gedood,
10  15, 56|      de Here u doen, en zal u ten ongeval overgeven.~
11  16, 41|   woord, mijn volk, bereidt u ten strijd, en zijt in het ongeval
12  16, 45|                   45 Die zich ten huwelijk begeven, als die
13  16, 45| zullen krijgen, die zich niet ten huwelijk begeven, als de