Chapter, Verse

 1   7, 30|    oordelen, zodat niemand zal overgelaten worden.~
 2   7, 70| menigte niet dan zeer weinigen overgelaten worden.~
 3  13, 16|       gemoed, wee degenen, die overgelaten zijn geweest in die dagen;
 4  13, 16|     wee degenen, die niet zijn overgelaten geweest.~
 5  13, 17|               17 Want die niet overgelaten zijn geweest, die waren
 6  13, 18|     mitsgaders ook degenen die overgelaten zijn.~
 7  13, 22|      van deze gezegd hebt, die overgelaten zijn, daarvan is dit de
 8  13, 24|        zaliger zullen zijn die overgelaten zijn, dan die gestorven
 9  13, 26|      orde brengen degenen, die overgelaten zijn.~
10  13, 48|                    48 Doch die overgelaten zijn van uw volk, zijn deze,
11  16, 31|  sommige druiven alleen worden overgelaten, bij degenen, die de wijngaard
12  16, 32|      in die dagen drie of vier overgelaten worden, bij degenen, die