Chapter, Verse

 1   1, 39|                          39 Aan hetwelk ik tot leidslieden zal geven
 2   2, 1 |     dienstbaarheid gevoerd, aan hetwelk ik bevelen gegeven heb door
 3   2, 10| koninkrijk Jeruzalem zal geven, hetwelk ik Israël zou gegeven hebben.~
 4   3, 6 |       hem in het Paradijs gezet hetwelk uw rechterhand gemaakt had,
 5   5, 3 |        wordt, dat men het land, hetwelk gij nu ziet heersen, woest
 6   5, 45|   gezegd, dat gij het schepsel, hetwelk geschapen is, op eenmaal
 7   6, 58|           58 Maar wij, uw volk, hetwelk gij genoemd hebt uw eerstgeborene,
 8   8, 15|         spreken van uw volk, om hetwelk ik treurig ben,~
 9   8, 62|                              62 Hetwelk ik niet allen vertoon, maar
10   9, 26|         gezegd had, in het veld hetwelk Ardath heet, en ik zat aldaar
11  11, 40|                           40 En hetwelk, in de vierde plaats komende,
12  13, 49|         zal beschermen het volk hetwelk overgebleven is.~