Chapter, Verse

 1   3, 33|               33 Welker loon nochtans nergens voorhanden is, en
 2   5, 7 |     velen niet kennen, allen nochtans zullen zij haar stem horen.~
 3   6, 14|    zal zijn een beweging, en nochtans zal de plaats waar gij op
 4   8, 58|     er geen God is, daar zij nochtans weten dat zij sterven moeten.~
 5  11, 20|    verkregen, maar verdwenen nochtans in korte tijd.~
 6  12, 26|     zijn bed zal sterven, en nochtans met smarten.~
 7  12, 28|     hem die met hem is, maar nochtans zal hij ook ten laatste
 8  13, 8 |      waren zeer bevreesd, en nochtans bestonden zij te strijden.~
 9  13, 20|                      20 Maar nochtans, is het verdragelijker dat
10  13, 28| krijgsgeweer, en zijn geweld nochtans verdierf de ganse menigte
11  14, 42|     werden gezegd, welke zij nochtans niet wisten.~