Chapter, Verse

 1   3, 21|     ook allen die van hem zijn geboren.~
 2   4, 6 | antwoordde en zeide: Wie is er geboren die kan doen wat gij van
 3   5, 35|       Here? Waartoe ben ik dan geboren, of waarom was mij de schoot
 4   5, 53|       welke in de sterke jeugd geboren zijn; en anderen, die omtrent
 5   5, 53|  omtrent de tijd des ouderdoms geboren worden, als de baarmoeder
 6   6, 8 |     toen Jakob en Ezau van hem geboren zijn, zo hield de hand Jakobs
 7   6, 56|       volken, die van Adam ook geboren zijn, hebt gij gezegd dat
 8   7, 57|  strijds, die de mens op aarde geboren, moet strijden,~
 9   8, 35|        daar is niemand van die geboren zijn, die niet goddeloos
10  10, 10|        den beginne alle mensen geboren, en zullen ook de anderen
11  14, 19|    vermanen, die hierna zullen geboren worden?~