Chapter, Verse

1   4, 17|    baren der zee, want het zand stond vast, en heeft die verhinderd.~
2   4, 48|                        48 En ik stond daar, en ik zag, en zie
3   6, 17|      als ik het gehoord had, zo stond ik op mijn voeten, en ik
4   6, 29| allengskens aanzag, voor wie ik stond.~
5  11, 7 |        ik zag, en ziet de arend stond op zijn klauwen, en sprak
6  11, 12|       ziet, van de rechterzijde stond een veder op, en zij heerste
7  13, 2 |                 2 En ziet, daar stond een wind op van de zee,
8  14, 2 |         hier ben ik Here, en ik stond op, op mijn voeten, en hij