Chapter, Verse

1   3, 5 |         levens ingeblazen en hij is levend voor u geworden.~
2   5, 45|            geschapen is, op eenmaal levend gemaakt heb, en het schepsel
3   7, 67|       bewees, zo zou de wereld niet levend worden gemaakt, met degenen,
4   7, 68| tienduizendste deel der mensen niet levend gemaakt worden.~
5   8, 13|           uw schepsel, en maakt hem levend als uw werk.~
6  12, 33|                 33 Want hij zal hen levend voor het gericht stellen,
7  14, 34|      onderrichten laat, zo zult gij levend behouden worden, en na de
8  14, 35|           dood komen, als wij weder levend zullen worden, en dan zullen