Chapter, Verse

1   2, 42|    hoop, die ik niet tellen kon, en zij loofden allen de
2   6, 50|    het water verzameld was, kon die beide niet bevatten.~
3   9, 32|   openbaar geworden, en zij kon ook niet, want zij was de
4  10, 54|       54 Want in die plaats kon ook geen werk van het gebouw
5  13, 5 | mensen, die men niet tellen kon, van de vier winden des
6  13, 7 |    uitgesneden was, maar ik kon niet.~