Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
delen 2
den 10
denk 1
der 109
derde 6
dergenen 12
dertig 6
Frequency    [«  »]
124 mijn
120 worden
111 met
109 der
108 op
108 zeide
106 hebben

Het vierde boek Ezra

IntraText - Concordances

der

    Chapter, Verse
1 1, 3 | gevangene geweest is in het land der Meden, onder het koninkrijk 2 1, 3 | van Artaxerxes, de koning der Perzen.~ 3 1, 7 | van Egypte, uit het huis der dienstbaarheid? Zij daarentegen 4 1, 19| spijs gegeven; gij hebt der engelen brood gegeten.~ 5 1, 20| hitte heb ik u met bladeren der bomen gedekt.~ 6 1, 22| woestijn waart, aan de rivier der Amorieën, en dorst hadt, 7 2, 17| En vrees niet, gij moeder der kinderen! want ik heb u 8 2, 20| 20 Spreekt recht der weduwen; doe recht de wezen; 9 2, 31| ik zal ze uit de zijden der aarde te voorschijn brengen, 10 2, 34| nabij, die aan het einde der wereld zal komen.~ 11 3, 1 | dertigste jaar van de ondergang der stad, was ik te Babylon, 12 4, 7 | woningen zijn er in het hart der zee? of hoeveel aderen zijn 13 4, 17| de aanslag van de baren der zee, want het zand stond 14 4, 31| zelf, wat een grote vrucht der goddeloosheid het graan 15 4, 35| 35 Hebben niet de zielen der rechtvaardigen in hun binnenkamers 16 4, 36| Als dan, wanneer het getal der zaden onder u zal vervuld 17 4, 39| misschien om onzentwil de oogst der rechtvaardigen niet nalate 18 4, 39| nalate vervuld te worden, om der zonden wil dergenen die 19 4, 41| hel zijn de binnenkameren der zielen aan de baarmoeder 20 4, 42| zich haast, om van de nood der geboorte ontslagen te worden, 21 5, 1 | grote rijkdom, en de weg der waarheid zal verborgen zijn, 22 5, 18| zijn schapen, in het geweld der kwade wolven.~ 23 5, 23| heersende Here, uit alle bossen der aarde en uit al hun bomen 24 5, 25| 25 En uit al die diepten der zee hebt gij u een beek 25 5, 40| Gelijk gij niet doen kunt een der dingen, die gezegd zijn, 26 5, 48| Ik heb ook de baarmoeder der aarde gegeven, voor degenen 27 5, 49| kind niet baart, hetgeen der ouden is, zo heb ik ook 28 5, 55| worden, en bij wie de sterkte der jeugd nu voorbij is.~ 29 6, 1 | begin had, en eer de einden der wereld vaststonden, en eer 30 6, 2 | gaven, en eer het licht der bliksems scheen, en eer 31 6, 3 | de ontelbare heerscharen der engelen verzameld waren,~ 32 6, 4 | 4 En eer de hoogte der lucht werd opgeheven, en 33 6, 4 | opgeheven, en eer de maat der hemelen bekend was, en eer 34 6, 9 | eeuw is Ezau, en het begin der toekomende is Jakob.~ 35 6, 15| einde, en het fundament der aarde wordt daarbij ook 36 6, 18| naderen, dat ik de inwoners der aarde zal bezoeken.~ 37 6, 24| verschrikken; en de aderen der fonteinen zullen stilstaan 38 6, 26| zullen het zien; en het hart der inwoners zal veranderd, 39 6, 38| Here, Gij hebt in het begin der schepping op de eerste dag 40 6, 42| worden op het zevende deel der aarde, doch zes delen hebt 41 6, 45| worden zou het schijnsel der zon, het licht der maan, 42 6, 45| schijnsel der zon, het licht der maan, en de ordening der 43 6, 45| der maan, en de ordening der sterren,~ 44 7, 13| zeker, en brachten de vrucht der onsterfelijkheid voort.~ 45 7, 23| hebben zichzelf bedriegerijen der zonde voorgesteld, en hebben 46 7, 43| en het begin van de tijd der toekomende onsterfelijkheid, 47 7, 51| weggelegd zijn woningen der gezondheid, en der zekerheid, 48 7, 51| woningen der gezondheid, en der zekerheid, en wij toch kwalijk 49 7, 68| het tienduizendste deel der mensen niet levend gemaakt 50 7, 69| niet uitwiste de menigte der twistingen,~ 51 8, 2 | is het ook met de stand der tegenwoordige wereld.~ 52 8, 10| melk te geven aan de vrucht der borsten;~ 53 8, 20| 20 Het begin der woorden van Ezra, eer hij 54 8, 21| voor wie het heerleger der engelen sidderend staat.~ 55 8, 27| let niet op het goddeloze der heidenen, maar op degenen, 56 8, 32| namelijk, die geen werken der gerechtigheid hebben.~ 57 8, 35| 35 Want in der waarheid, daar is niemand 58 8, 36| over degenen, die het wezen der goede werken niet hebben.~ 59 8, 39| vreugde hebben over het pogen der rechtvaardigen, en ik zal 60 8, 54| zijn vergaan, en de schat der onsterfelijkheid is aan 61 8, 63| hebt gij mij de veelheid der tekenen getoond, die gij 62 9, 1 | geschieden, wanneer een deel der tekenen, die voorzegd zijn, 63 9, 3 | gezien worden, en beroerten der volken,~ 64 9, 17| landbouw; want het was de tijd der wereld.~ 65 9, 20| ziet, daar was gevaar om der gedachten wil, die daarin 66 9, 32| niet bewaard, en de vrucht der wet is niet openbaar geworden, 67 10, 12| treuren is niet aan dat der aarde gelijk; want ik heb 68 10, 13| aarde doet naar de wijze der aarde, en de tegenwoordige 69 10, 26| aarde beefde van de stem der vrouw.~ 70 10, 42| nu ziet gij de gestalte der vrouw niet meer; maar het 71 10, 59| Allerhoogste zal u die gezichten der hoogste dingen tonen, welke 72 11, 39| opdat naar haar het einde der tijden zou komen?~ 73 12, 9 | geacht, dat gij het laatste der tijden mij zult vertonen.~ 74 13, 9 | zodra als hij het geweld der aankomende menigte zag, 75 13, 25| opklimmend uit het midden der zee.~ 76 13, 40| die Salmanasser de koning der Assyriërs gevankelijk weggevoerd 77 13, 41| besloten, dat zij de menigte der heidenen zouden verlaten, 78 13, 44| tekenen, en hield de aderen der rivier op, totdat zij daarover 79 13, 47| Allerhoogste weder de aderen der rivier ophouden, opdat zij 80 13, 51| dat de man van het midden der zee opkwam. En hij zeide 81 13, 52| weten, die in de diepte der zee zijn, zo zal niemand 82 14, 5 | verborgenheden en het einde der tijden, en beval hem, zeggende:~ 83 14, 35| en dan zullen de namen der rechtvaardigen bekend, en 84 14, 35| rechtvaardigen bekend, en de werken der bozen openbaar worden.~ 85 14, 42| dingen die in verrukkingen der zinnen van mij werden gezegd, 86 14, 47| derwijsheid, en de vloed der wetenschap; en ik deed alzo.~ ~ 87 15, 1 | oren mijns volks de woorden der profetie spreken, die ik 88 15, 3 | niet over de ongelovigheid der tegensprekers.~ 89 15, 8 | roept tot mij; en de zielen der rechtvaardigen roepen zonder 90 15, 20| de Here, al de koningen der aarde om mij te vrezen, 91 15, 23| verteerd de fundamenten der aarde, en de zondaars als 92 15, 28| aankomst is van de opgang der zon.~ 93 15, 30| zullen een deel van het land der Assyriërs verwoesten.~ 94 15, 33| aankomende van het land der Assyriërs, zal hen bezetten, 95 15, 36| 36 En de mest der mensen zal komen tot aan 96 15, 36| komen tot aan de gordel der kemelen, en daar zal grote 97 15, 42| de heuvelen, en de bomen der bossen, en het gras der 98 15, 42| der bossen, en het gras der velden, en hun vruchten.~ 99 16, 13| geschoten worden tegen de einden der aarde.~ 100 16, 15| totdat het de fundamenten der aarde zal verteerd hebben.~ 101 16, 18| 18 Het begin der smarten, en veel zuchtens; 102 16, 18| veel stervens; het begin der krijgen, en de machtigen 103 16, 29| bossen, en in de kloven der steenrotsen.~ 104 16, 41| zo, als de vreemdelingen der aarde.~ 105 16, 55| alle daden en raadslagen der mensen, en hun gedachten, 106 16, 59| besloten heeft in het midden der wateren, en de aarde gehangen 107 16, 61| gesteld, en op de spitsen der bergen watermeren, om rivieren 108 16, 63| verborgen dingen in de diepten der aarde.~ 109 16, 75| de Here: ziet, de dagen der verdrukking zijn nabij,


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License