Chapter, Verse
1 1, 20| 20 Heb ik niet, als u dorstte, de rots opengehouwen?
2 1, 25| zo zal ik u ook verlaten; als gij genade van mij zult
3 1, 28| Here: Heb ik u niet gebeden als een vader zijn zonen, en
4 1, 28| een vader zijn zonen, en als een moeder haar dochteren,
5 1, 28| moeder haar dochteren, en als een voedster haar kleine
6 2, 14| geschapen: want het is, zo waar als ik leef, spreekt de Here.~
7 2, 15| voed die op met blijdschap als een duif, bevestig hun voeten,
8 2, 27| En bekommer u niet, want als de dag van de angst en de
9 3, 13| 13 En als zij nu ongerechtigheid voor
10 3, 30| gezien, hoe gij hen duldt als zij zondigen, en spaart
11 3, 30| zij zondigen, en spaart als zij goddeloosheid bedrijven,
12 4, 24| door de wereld zijn gegaan als sprinkhanen, en ons leven
13 4, 36| antwoordde daarop, en zeide: Als dan, wanneer het getal der
14 4, 48| oven ging voor mij heen, en als de vlam voorbijging, zo
15 4, 49| in met onstuimigheid, en als de onstuimigheid van de
16 5, 13| weder bidt en weent gelijk als nu, en zo gij zeven dagen
17 5, 18| spijs, en verlaat ons niet, als een herder zijn schapen,
18 5, 31| 31 En het is geschied, als ik deze woorden gesproken
19 5, 53| ouderdoms geboren worden, als de baarmoeder afneemt.~
20 5, 55| minder grootte zijn dan gij, als schepselen die nu beginnen
21 6, 15| 15 Daarom als hij spreekt, zo verschrikt
22 6, 17| 17 En als ik het gehoord had, zo stond
23 6, 17| sprak, en haar geluid was als het geluid van vele wateren.~
24 6, 18| en het zal geschieden, als ik zal beginnen te naderen,
25 6, 20| 20 En als de wereld, die begint te
26 6, 22| plaatsen zullen haastig als onbezaaide gezien worden,
27 6, 23| een geluid slaan, welke als allen het zullen gehoord
28 6, 24| vrienden zullen beoorlogen als vijanden, en het aardrijk
29 6, 42| daaruit voor u zouden dienen, als zij door God bezaaid en
30 6, 57| ziet die volken, welke als niets geacht zijn, beginnen
31 7, 1 | 1 EN het is geschied, als ik geëindigd had deze woorden
32 7, 11| ik de wereld gemaakt, en als Adam mijn inzettingen overtreden
33 7, 21| degenen die komen zouden, als zij kwamen, wat zij zouden
34 7, 46| aardrijk niet te geven, of als hij het hem gegeven had,
35 7, 47| te leven in droefheid, en als zij dood zijn de straf te
36 7, 56| wij leefden, niet gedacht als wij de ongerechtigheid deden,
37 7, 64| degenen, die gezondigd hebben, als zijn schepselen.~
38 8, 8 | geeft, zo wordt uw schepsel als in vuur en water bewaard,
39 8, 13| 13 En gij doodt hem als uw schepsel, en maakt hem
40 8, 13| schepsel, en maakt hem levend als uw werk.~
41 8, 29| niet verderven degenen, die als vee geleefd hebben; maar
42 9, 18| 18 Waarlijk, als ik voor degenen, die nu
43 9, 27| hart werd weder beroerd als tevoren.~
44 9, 34| ziet, het is een gewoonte, als de aarde het zaad ontvangen
45 9, 36| ontvangen hebben, vergaan wel als wij zondigen, en ook ons
46 9, 38| 38 En als ik deze dingen in mijn hart
47 10, 20| 20 Doe zo niet als gij zegt, maar volg de raad,
48 10, 29| 29 En als ik dit gesproken had, ziet,
49 10, 30| 30 En ik lag als een dode, en mijn verstand
50 10, 33| En hij zeide tot mij: Sta als een man, en ik zal u onderrichten.
51 10, 44| is Sion, welke gij ook, als zij u gezegd heeft, nu zult
52 10, 44| gezegd heeft, nu zult zien als een gebouwde stad.~
53 11, 14| toen zij heerste, gelijk als de voorgaande.~
54 11, 17| het na u zo lange tijd, als de uwe is, houden, ja niet
55 11, 18| de heerschappij gehouden als de vorige, en ook deze is
56 11, 37| zag, en ziet, een leeuw, als een leeuw die brult, van
57 12, 21| behouden worden in die tijd, als zijn einde zal beginnen
58 12, 33| en het zal geschieden, als hij hen zal overtuigd hebben,
59 12, 40| van mij zo vertrokken. En als al het volk gehoord had,
60 12, 42| ons over uit alle volken als een druiftak van de wijngaard,
61 12, 42| druiftak van de wijngaard, en als een kaars in een duistere
62 12, 42| een duistere plaats, en als een haven, en een schip,
63 13, 9 | 9 En zie, zodra als hij het geweld der aankomende
64 13, 10| uit zijn mond liet gaan als een vurige wind, en uit
65 13, 20| dat men door de wereld ga als een wolk. En hij antwoordde
66 13, 27| zijn mond hebt zien gaan als een wind, en vuur, en onweder.~
67 13, 32| 32 En als deze dingen geschieden,
68 13, 32| geopenbaard worden die gij als een man hebt zien opkomen.~
69 13, 46| tot de laatste tijd; en als zij nu weder zullen beginnen
70 14, 3 | en heb met hem gesproken, als mijn volk in Egypte dienstbaar
71 14, 16| 16 Want zoveel als de wereld zal verzwakt worden
72 14, 35| oordeel zal na de dood komen, als wij weder levend zullen
73 14, 39| toegereikt. Deze was vol, als van water, doch zijn kleur
74 14, 39| water, doch zijn kleur was als van vuur.~
75 14, 40| en dronk het, en zo haast als ik het gedronken had, zo
76 14, 45| 45 En het is geschied, als de veertig dagen geëindigd
77 15, 10| 10 Ziet mijn volk wordt als een kudde schapen ter slachting
78 15, 11| dat land met plagen slaan als tevoren, en ik zal al hetzelve
79 15, 23| der aarde, en de zondaars als aangestoken stro.~
80 15, 29| vele wagenen, en gelijk als een wind zal hun menigte
81 15, 30| toorn, en zij zullen komen als wilde zwijnen uit het bos:
82 15, 50| heerlijkheid uwer kracht zal als een bloem verdorren, wanneer
83 15, 51| Gij zult verzwakt worden als een arme deerne, die geslagen
84 15, 53| en gij niet gezegd hadt, als gij dronken waart over hun
85 15, 61| 61 En als gij ternedergeworpen zijt,
86 16, 6 | in de stoppelen blussen als het begint te branden?~
87 16, 20| benauwdheid zijn gezonden, als geselen ter verbetering.~
88 16, 24| 24 En de doden zullen als drek weggeworpen worden,
89 16, 30| 30 Gelijk als in een olijfhof aan elke
90 16, 39| kindsweeën door haar lichaam, en als het kind nu in de geboorte
91 16, 41| zijt in het ongeval zo, als de vreemdelingen der aarde.~
92 16, 42| 42 Die verkoopt zij als een die vliedt, en die koopt,
93 16, 42| die vliedt, en die koopt, als een die verliezen zal.~
94 16, 43| 43 Die koopmanschap doet, als een die geen nuttigheid
95 16, 43| genieten, en die bouwt, als een die het niet zal bewonen.~
96 16, 44| 44 Die zaait, als een die niet zal maaien,
97 16, 44| die een wijngaard snijdt, als een die de druiven niet
98 16, 45| zich ten huwelijk begeven, als die geen kinderen zullen
99 16, 45| niet ten huwelijk begeven, als de weduwnaars.~
100 16, 51| aangezicht beschuldigen, als die komt, welke verdedigt
101 16, 60| 60 Die de hemel uitspant als een gewelf; bij heeft die
102 16, 66| zult schaamrood worden, als uw zonden voor de mensen
103 16, 72| 72 Zij zullen zijn als woedenden, en zullen niemand
|